Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 158]
| |
Donderdag 10 oktober 1940Wat ik verwachtte, is gebeurd en zal nog wel vaker gebeuren: de Duitschers maken duikvluchten op de toegangswegen naar Londen op de spitsuren. Volgens onzen chauffeur is de weg, dien wij elken ochtend en avond rijden, vanmorgen onder mitrailleurvuur geweest, vlak nadat wij langs kwamen. Het is de Watford Bypass. Het is natuurlijk een prachtmiddel om het economisch leven van Londen verder te ontwrichten door de binnenkomende en uitgaande zakenmenschen te bestoken: zulk een lange file van auto's is erg kwetsbaar; het eenige zal zijn, als je zoo iets overkomt, uit de auto springen en in een greppel of sloot aan den kant van den weg te kruipen. Maar ik hoop, dat het ons niet overkomt! Toch moet ik eerlijk bekennen, dat ik - voorloopig! - blij ben, dat we nu buiten wonen. Ik merk nu pas, hoe slecht ik al die weken in dien open schuilkelder van Portland Place heb geslapen, ondanks het feit, dat ik door het lawaai van bommen, afweergeschut en brandweerbellen heendommelde. Ik verzuimde te vermelden, dat ik Dinsdagmiddag een lang telefoongesprek met Batavia had (Van Hoogstraten en Schimmel). Middenin begon er weer een luchtalarm en ik had hun graag het kanongebulder van de 18 cm naval guns laten hooren, maar het was te ver af. Over den gang van zaken met Japan was men nogal optimistisch, maar het was niet duidelijk of men alleen de onderhandelingen met Minister Kobayashi bedoelde of ook de algemeene situatie in het Verre Oosten. Zelf geloof ik, met alle voorbehoud, dat het pootige optreden van de U.S.A. tegenover het Duitsch-Italiaansche-Japansche pactGa naar voetnoot281 de Japanners weer wat ‘eingeschüchtert’ heeft en eveneens het aanstonds gepubliceerde besluit van de Britsche Regeering om op 18 October de Burma-Road weer te openenGa naar voetnoot282 voor transport naar China, maar zeer précair blijft de situatie toch. Op verzoek van Steenberghe besprak ik met Indië de vorming van voorraden daar met het oog op de ravitailleering van Holland na een wapenstilstand in den geest, zooals ik het destijds had gewildGa naar voetnoot283. Steenberghe kwam mij trouwens vandaag opzoeken en vroeg mij hem bij dit probleem te willen helpen, hetgeen ik erg graag zal doen; 't is een nationaal belang van de eerste orde en ik ben blij, dat ik er toch bij betrokken word en niet alleen voor de Indische producten. | |
[pagina 159]
| |
Steenberghe was vol lof over het feit, dat Welter nu eindelijk de kat de bel had aangebonden in den Ministerraad over het stelselmatig overleg met de Britsche Regeering. Ik schreef John via Mexico een brief voor zijn verjaardag, maar komende van ‘Oom Ati’Ga naar voetnoot284. In den brief maakte ik eenige toespelingen op de situatie, maar vond ze bij nader inzien toch 'n beetje gevaarlijk, dus schreef ik den brief nog eens over, maar een klein beetje bedekter; ik hoop, dat de brief John bereikt en dat hij 't snapt; als hij maar voorzichtig reageert. Hier is het eerste concept: ‘Beste John, Ik neem aan, dat je wel eens wat van mij wilt hooren: het is een reuzentijd sinds we elkaar het laatst gesproken hebben. Je Moeder heb ik al ettelijke keeren geschreven, maar ik heb nog slechts eenmaal antwoord gehad en toen had ze nog geen enkelen brief van mij ontvangen. Wil je haar vooral mijn hartelijke groeten doen? Als ik mij niet sterk vergis ben je op 2 November jarig: mijn hartelijke gelukwenschen. Ik hoop, dat deze brief je op tijd bereikt. Vanzelf gaan mijn gedachten terug naar de verjaardagen, welke ik bij jullie doorbracht, toen jullie nog op Java woonden in jullie huisje op MegamendoengGa naar voetnoot285. Wat lijkt, dat weer een tijd geleden! Toevallig hoorde ik daarover dezer dagen een en ander, dat je zal interesseeren. De “vluchtheuvel”, jullie huisje, krijgt gauw weer een anderen naam: “Blanda Merdika”Ga naar voetnoot286. Wel een mooie naam; ik denk, dat die man vroeger op den Merdikaweg in Bandoeng heeft gewoond. Ook het vroegere huisje van de Boumans, “Goenoeng Doea”Ga naar voetnoot287, heeft een naamsverandering ondergaan en heet nu “Kitamenang”Ga naar voetnoot288. En in onzen tuin beginnen, naar ik hoor, de afrikaantjes, die een tijdlang kwijnden, weer flink te bloeien. Ik was natuurlijk erg blij te hooren, dat Nev en jij allebei zijn overgegaan, jij met een heel goed rapport. Dat zal je Vader veel goed doen. Nu maar een schitterend eindexamen! 't Is voor je Moeder wel een ellendige tijd, maar als altijd zal ze er zich wel flink doorheen slaan. Zeg haar maar, dat ik erg hoop, dat ze haar man weer gauw bij zich zal hebben: dan is het leed geleden. Over mijzelf valt niet veel te vertellen: ik heb het erg druk gelukkig en heb dus niet veel tijd om over de narigheid van dezen tijd te denken en mijn gezondheid is puik. Hoe bevalt het Nev en jou op Beresteijn? Schrijf me maar eens gauw. Nev krijgt ook spoedig een brief van mij. Ik woon nu buiten de stad: dat is rustiger en de najaarstinten zijn erg | |
[pagina 160]
| |
mooi; elken ochtend rijd ik naar mijn kantoor met mijn baas met wien ik samenwoon. Wel, John, ik eindig nu maar; houd je taai, geef de beste groeten aan je Moeder en aan Nev, een stevige vijf van je Oom Ati’.
Steenberghe vertelde mij, dat hij enkele dagen geleden bij de Koningin ontboden was, die zijn opinie over den algemeenen toestand vroeg. Steenberghe had geen erge rooskleurige schildering kunnen geven, maar H.M. kwam met allemaal geruchten over ontevredenheid en zelfs onlusten in Duitschland en [de] overweldigde gebieden. Steenberghe had den indruk gekregen, dat de Koningin niet erg gerust op alles is en van hem gaarne iets opwekkends had vernomen. Zij schijnt langzamerhand erg op te zien tegen den langen tweeden oorlogswinter en wil een heel spoedig einde, maar nog altijd met een volledige nederlaag van Hitler en Duitschland als primairen en onafwijsbaren eisch. Intusschen al een heel ander geluid dan eenige maanden geleden, toen zij behoorde tot hen, die een langen oorlog voorzagen en accepteerden als noodzakelijk om Duitschland eronder te krijgen. Zij heeft voor een vorstin overigens geen aantrekkelijk bestaan: zij woont nog steeds alleen op Eaton Square, een buurt, die erg bestookt wordt; daarom gaat zij elken avond om ongeveer 7 uur naar den schuilkelder in Claridge's Hôtel, waar zij een appartement heeft en gaat elken ochtend tusschen 7 en 8 weer naar huis.
De Duitschers schijnen nu militair Roemenië te willen overweldigenGa naar voetnoot289; is dat om zich beter te verzekeren van de exploitatie en opbrengst van de petroleumbronnen of is het de inleiding van een nieuw groot offensief in den rug van de Engelschen in Egypte, via den Balkan, Turkije, Syrië en Palestina, of moeten zij eenvoudig hun geweldige leger bezighouden of willen zij via den Balkan en Turkije naar Iran en dáár de oliebronnen vermeesteren? 't Is allemaal erg vaag en onzeker, maar ik kan niet ontkomen aan den indruk, dat men aan die zijde wanhopig streeft naar een spoedige beslissing in grooten stijl, om een einde aan den oorlog vóór den winter te forceeren. Hierover en over een vredesvoorstel zal wel vooral gesproken zijn bij de jongste ontmoeting tusschen Hitler en Mussolini op de BrennerGa naar voetnoot290. Ook wordt er veel gesproken en geschreven over een Duitsch offensief via Spanje op Gibraltar, met of zonder Spanje's medewerkingGa naar voetnoot291. | |
[pagina 161]
| |
Ook dit lijkt allemaal nogal fantastisch: mét Spanje's medewerking is niet zoo waarschijnlijk, waar wij stellige, geheime berichten hebben, dat Engeland Gibraltar toch al aan Spanje heeft beloofd en Franco zeker niet gaarne opnieuw (en onnoodig) Duitsche en Italiaansche troepen in Spanje zal willen zien. En zonder Spanje's medewerking is het gevaar groot, dat hij heel Zuid-Amerika tegen zich zal krijgen, hetgeen Duitschland wel zeer ongaarne zou riskeeren. Hoe de positie van de Britten in Egypte en Soedan is, weet niemand, behalve in zeer kleinen, Engelschen kring. Met het oog op onze positie in Oost-Azië en de geheele oorlogssituatie zou 't voor ons zeer belangrijk zijn dat te weten. Alweer: stelselmatig contact met de Britsche Regeering is voor ons een alles overheerschende eisch! Het is zeker niet genoeg, dat Van Kleffens dezer dagen in den Ministerraad na een bezoek aan Halifax kon mededeelen, dat de Foreign Secretary hem had gezegd: ‘We are not so anxious about Egypt as we were some time ago’. Wat beteekent dat? Britsche struisvogelpolitiek of Britsche understatement? Vandaag kreeg ik een geheim rapport van onzen Gezant in MadridGa naar voetnoot292 ter lezing: de politieke en economische toestand in Spanje moet abominabel zijn; het gist overal en het land heeft dringend behoefte aan vredeGa naar voetnoot293. Persoonlijk vermoed ik, ja ben ik bijkans overtuigd, dat er groote druk op het Vaticaan wordt uitgeoefend om een vredesvoorstel te doen en wel door de karakteristiek Katholieke landen. Spanje in de eerste plaats, maar zeker ook door Italië. En de Vichy-Regeering, die een sterken R.K. inslag heeft, vermoedelijk niet minder; Pétain heeft vrij zeker in Frankrijk een groeiende oppositie en de Duitschers maken het hem erg moeilijk om zijn regeering populair te maken; hij houdt het zeker niet lang uit, als er geen vrede komt en wat dan? Tenslotte zullen de Oostenrijksche bisschoppen en wellicht de Hongaarsche Regeering hun invloed doen geldenGa naar voetnoot294. Een heele interessante ontwikkeling van de laatste dagen in Amerika is, dat opeens de Hearst-press zich voor vrede heeft uitgesproken: die was vroeger al pro-Duitsch; is daarna sterk anti geworden, maar is nu opeens weer omgezwaaid. En de ‘New York Times’, tot dusverre een krachtige steunpilaar van Roosevelt, heeft zich nu van hem losgemaakt | |
[pagina 162]
| |
en zich voor de candidatuur van Wendell Willkie verklaard, naar ik vermoed, omdat men van dezen Republikein meer verzet dan van Roosevelt verwacht tegen de intrede van de U.S.A. in den oorlog. Dat overigens Amerika thans een hoogen toon aanslaat en de Japanners braveert is geenszins een teeken, dat men oorlog wil, maar is in de eerste plaats pokeren: misschien heeft het geen effect, als de militaire en marine-extremisten in Japan de overhand krijgen, maar de voorloopige indruk is wel, dat voor het moment de Regeering zelve in Japan weer wat geïntimideerd is. |
|