Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermdMaandag 9 september 1940- - - Ik schaam me het te bekennen, maar ik was, wat ik maar hoogst zelden heb, physiek angstig; de Bijbel gaf mij wat rust maar geheel kon ik dat neerdrukkende vreesgevoel niet kwijtraken, daar alleen liggend in het pikdonker van mijn kamer op de zesde verdieping: bijna iedereen zat in den schuilkelder.- - -Ga naar voetnoot215 Op het departement was bijkans iedereen afgemat: Nervenkrieg. Verschillende stations bleken gebombardeerd te zijn en vele medewerkers kwamen uren te laat op kantoor. Telefonische verbindingen met enkele deelen van de stad zijn voor enkele dagen verbroken of gebrekkig; de ochtendbladen verschijnen pas tegen den middag. - - -Ga naar voetnoot216 Den heelen dag was ik moe en lusteloos en zeer gedrukt, meer dan ik in tijden geweest ben; ik had in de laatste maand het gevoel van een in | |
[pagina 117]
| |
kracht langzaam groeiend Engeland en hoopte daardoor op de mogelijkheid van een verstandigen vrede door overleg, waarbij Holland er goed af zou kunnen komen. Wat ik de laatste dagen heb meegemaakt, geeft mij veel aanleiding tot twijfel of Engeland werkelijk wel in de opgaande lijn is. Ook verder niets dan ellendige berichten: twee groote splinternieuwe schepen van ons in de Thames vernield, de Moena en de Abbekerk; twee andere bij Yarmouth getorpedeerd, de [...] nog één zwaar beschadigd aan land gezet, de [...] en een kleine boot van 2000 tons, de [...]Ga naar voetnoot217, samen over de 50.000 tons in enkele dagen. Wat de Engelschen dan niet aan verliezen zullen hebben! Mrs. Donker vertelde mij, dat eenige van hun kennissen bij de Royal Air Force er zoo dóód-vermoeid uitzien; telkens moeten zij weer de lucht in; één van de drie dagen hebben zij vrij. Zou Engeland toch nog te weinig piloten hebben? ‘Never before’ zei Churchill dezer dagen, ‘did so many owe so much to so few’Ga naar voetnoot218. Als het er maar niet ‘too few’ zijn. Maar misschien zie ik het vanavond wel érg somber in, doordat ik zoo moe en gaar ben. Ik bezweer Welter, dat het nieuwe kabinet nu toch de bespreking met den Britschen ministerraad zal aanvragen om klaarheid in de situatie te krijgen. Hij voelt er veel voor en anderen ook, maar niemand schijnt het initiatief te kunnen nemen. Morgen zal hij met Michiels erover spreken. Er is m.i. gevaar in talmen. Vanmiddag weer een luchtraid, toen we op Stratton House waren. - - -Ga naar voetnoot219 |
|