Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermdDonderdag 29 augustus 1940Aan Gerbrandy, Minister van Justitie, heeft de Koningin opdracht gegeven een nieuw kabinet samen te stellen, dat wel niet veel zal afwijken van het vorige: de heele crisis wordt - terecht - diep geheim gehouden en ook als er een nieuwe premier is, zal niet worden bekend gemaakt, dat de geheele ministerraad demissionnair is geweest. Lamping en ik zullen, buiten Beelaerts en Van Tets, wel de eenigen buiten het kabinet zijn, die van de zaak afweten. Ik heb mijn denkbeelden over een organisatie van de relief te zijner tijd voor Holland in een vijftal punten vastgelegd, waarmee mijn Minister instemt. Ik ondervind van Handel, Nijverheid en Scheepvaart tot dusverre al heel weinig medewerking, ja zelfs tegenwerking, in wezen omdat het niet hunne ideeën zijn en zij dit als hun terrein beschouwen. Ik blijf mijn pogingen voortzetten maar 't is nogal erg teleurstellend. | |||||||
[pagina 104]
| |||||||
‘Algemeene denkbeelden over de organisatie van relief voor Nederland
a het tot standbrengen van een aan kooporganisatie met centrale leiding te Londen en met correspondeerende organisaties in onze Overzeesche Gewesten en agentschappen in andere daarvoor in aanmerking komende centra. Toelichting. Gedacht wordt aan eene organisatie, die, op last van de Regeering, op elk moment tot concrete aankoopen kan overgaan, zoowel van eerste levensbehoeften, als van grond- en hulpstoffen voor het bedrijfsleven aan welke Nederland behoefte zal kunnen hebben, zoodra bevrediging van die of van een deel van die behoeften weder uitvoerbaar zal zijn geworden. De organisatie zou op de hoogte moeten blijven van marktprijzen, exportinstituten, betalingsvoorwaarden, opslagmogelijkheden en -kosten en trachten a priori zoo gunstig mogelijke leveringsvoorwaarden te bedingen. Ook dient volle aandacht te worden besteed aan de mogelijkheid voor samenwerking met instanties van andere landen, die relief van het vasteland van Europa voorbereiden, zoowel teneinde het effect van den arbeid te verhoogen, als om onderlinge concurrentie bij de aanschaffing tegen te gaan. Voorts zal het van veel belang zijn gebruik te maken van de outillage, de kennis en de ervaring van het Nederlandsche en Nederlandsch-Indische bedrijfsleven, voor zoover de leiding daarvan thans buiten Nederland is gevestigd. b Het tot standbrengen van een stelsel voor samenwerking met de Nederlandsche reederijen, teneinde aanstonds, wanneer dat noodig zal | |||||||
[pagina 105]
| |||||||
zijn, de beschikking te verkrijgen over voldoende scheepsruimte op de daartoe benoodigde plaatsen voor belading met Regeeringsgoederen. Toelichting. Nauwe samenwerking met de Nederlandsche Scheepvaarten Handelscommissie worde overwogen, hoewel overigens wel voornamelijk zal moeten worden gebruikgemaakt van schepen in de zg. ‘reserved lines’Ga naar voetnoot199, aangezien het altijd onzeker zal zijn, in hoeverre men op korten termijn de vrije beschikking zal kunnen verkrijgen over de aan de Britsche Regeering verhuurde schepen: daarom zal ook ten deze eene regeling voor de samenwerking met de Indische instanties moeten worden voorbereid. c Het scheppen van een dynamisch financieringsapparaat ten behoeve van eventueele aankoopen. Toelichting. Hierbij kan stellig uit de ervaringen opgedaan met de Nederlandsche Landbouwcentrales, het Bureau Voedselvoorziening in Oorlogstijd en het Indische Voedingsmiddelenfonds, voordeel worden getrokken. Met de mogelijkheid van snelle mobilisatie van vrij aanzienlijke bedragen worde rekening gehouden. d Het - uiteraard zeer geheim - organiseeren van een documentatieen inlichtingendienst nopens den stand van de voedselvoorziening en den toestand van het economische leven in Nederland, teneinde op elk moment althans eenig denkbeeld te hebben van hetgeen vermoedelijk noodig zal blijken. Toelichting. Hiervoor kan geregeld en opzettelijk beluisteren van de radioberichten uit Nederland zeer nuttig zijn (distributieberichten; economische berichten over uitbreiding of inkrimping van bedrijven, over uitvoeren naar Duitschland; over vervanging van middelen voor de behoefte-bevrediging). Documentatie van vroegere luisterberichten zal daarbij noodig zijn. Voorts is gedacht aan het geven van instructies aan onze diplomatieke en consulaire posten in neutrale landen, teneinde voor dergelijke berichtgeving langs alle kanalen aanvulling te verkrijgen; ook economische berichtgeving over Duitschland is hierbij van indirect groot belang. Denkbaar is ook, dat ten deze zekere medewerking valt te verkrijgen van het Internationale Roode Kruis, mits de zaak met veel tact en voorzichtigheid wordt aangepakt. Dat bij voorbaat vaststaat, dat ten deze veel moeilijkheden zullen worden ondervonden, mag geen reden zijn om dit werk als onmogelijk te kenmerken, voor het langs alle wegen zal zijn beproefd. | |||||||
[pagina 106]
| |||||||
e Organisatie van een geregelde rapportage over de werkzaamheden van de Regeering ten deze, voor zoover daaraan ruchtbaarheid kan worden verleend, via onze radioberichtgeving uit Londen geregeld aan Nederland te rapporteeren. Toelichting. Dit zal met veel beleid moeten geschieden; zakelijk, bezadigd, zonder grootspraak, doch niettemin met scherpen zin voor de groote propagandistische waarde van dergelijke berichten. Een secundair, doch zeer belangrijk oogmerk kan hiermede worden verbonden: de Nederlandsche autoriteiten in Nederland geraken op de hoogte en kunnen zich aldus volledig voorbereiden op de taak, die hun wacht, zoodra de uitvoering van den arbeid mogelijk wordt, waarbij vooral gedacht wordt aan een snelle berichtgeving t.z.t. aan de Koninklijke Nederlandsche Regeering over de in Nederland bestaande behoeften. Het schijnt noodig, dat het onder d behandelde punt niet voor radiodistributie in aanmerking komt, doch wel zullen deze algemeene radiomededeelingen kunnen bijdragen tot vergemakkelijking en stimuleering van den door ons bedoelden arbeid’. |
|