Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermdMaandag 19 augustus 1940De balans voor de Engelschen over de afgeloopen week in de lucht lijkt niet slecht, volgens hun eigen cijfers, die vermoedelijk in dit opzicht niet onjuist zijnGa naar voetnoot175: Over de schade in het land en ter zee aangericht zwijgt men echter, of deelt men enkele nietszeggende dingen mede: hierin vertrouw ik de Britsche berichtgeving volstrekt niet, al hebben zij gelijk, dat zij die schade niet publiek maken. 's Ochtends vergadering gehouden met de bestuursleden van de Nederlandsche Scheepvaart- en Handelscommissie, een organisatie, die in de eerste dagen na 10 Mei is opgericht en op uitstekende wijze de Nederlandsche scheepvaart- en handelsbelangen behartigtGa naar voetnoot176; ik heb daar heel veel aanraking mee en houd periodiek vergaderingen, waar wij trachten de telkens met Indië, Suriname en Curacao gerezen vragen op te lossen. Het werk wordt overigens volstrekt niet minder: overdag zijn er de talrijke kwesties van de Indische afzet in Engeland; betere prijzen, meer transacties; verscheping; handelspolitiek, vooral met Japan en Engeland; verkoopen van rubber en tin naar Amerika, enz. 's Avonds voortdurend gesprekken met Welter over de algemeene politiek en de verhoudingen in en om de Regeering. We hebben nogal eens menschen te eten, sinds wij hier zijn; wie er ook komen, wij laten het principieel (en om de kosten) hoogst eenvoudig: soep, vleesch, enz., kaas. Maar we doen er aldus heel wat menschen, die in een hôtel of boarding house zitten een genoegen mee en hebben heel wat nuttig contact. Bovendien geeft het de afleiding, die we wel dringend noodig hebben. Allerlei soort menschen komen er, jongeren en ouderen, maar slechts enkelen tegelijk en één-, hoogstens tweemaal per week. De andere avonden heb ik druk werk en Welter ook: ik vind hem thans veel flinker en beter en schrijf daarvan nogal wat op mijn credit. | |
[pagina 96]
| |
Lamping vertelde mij, dat het gisteren op Selsdon Park bij Croydon, waar wij ook tot voor twee weken woonden, nogal gespookt had. Terwijl zij op het terras zaten schoten er opeens twee zware Duitsche bommenwerpers op geen 40 meter van het hôtel langs, vlak bij den grond tusschen de boomen, achtervolgd door een Hurricane.
Hoewel ik mij 's ochtends beter gevoeld had, werd ik in den loop van den middag weer flink beroerd en ging dus maar om 4 uur naar huis, waar ik door onze Hongaarsche keukenprinses goed verzorgd werd met heete whiskey en aspirine. |
|