Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermdZaterdag 10 augustus 1940De jonge Michielsen kwam een afscheidsbezoek brengen: hij heeft een aardige baan bij de Bataafsche gekregen, als erkenning van zijn mooie prestatie, toen hij uit Holland overkwamGa naar voetnoot150. 's Middags zijn Welter en ik naar de Zoo geweest; we raakten in gesprek met een paar Hollandsche matrozen, die een dag verlof hadden | |
[pagina 77]
| |
naar Londen van Portsmouth, waar hun schip lag, de torpedojager ‘Heemskerck’, die, nog niet zeevaardig, destijds tijdens den Duitschen aanval, van Rotterdam naar Engeland was gesleept, een bijzonder flink staaltje van moed en zeemanschap. De ‘Heemskerck’ wordt nu voor Engelsch geschut gereedgemaakt, een heele ombouw, die nog wel eenige maanden zal vorderen: het moet een prachtig schip zijn, dat wel 40 knoopen zal loopen; de beide matrozen zijn er trotsch op en vertellen, hoe ook de Engelschen moeten erkennen, dat afwerking, vuurleiding, enz. nog beter zijn dan de Britsche. De geest op de vloot schijnt uitstekend te zijn, maar ze willen allemaal graag naar huis toe. Onze Jannen, die we bij gebreke aan bier een flinke Engelsche thee aanbieden, zijn heelemaal niet te spreken over de prestaties der Britsche werklieden, waarover de pers en de Regeering altijd zoo hoog opgeven: geen vergelijk met den Hollandschen werkman. En dat gesnoef van de Engelschen over wat ze nog doen gaan: ‘zoo'n vent zegt: ik kill Hitler, maar hij killt niks’. |
|