Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermdDonderdag 27 juni 1940Het denkbeeld, reeds eerder terloops besproken, dat de Koningin en de Regeering naar Indië dienen te gaan, schijnt ernstig bij den Ministerraad in overweging te komenGa naar voetnoot48. Welter, Peekema en ik zijn er sterk, zeer sterk voor geporteerd; ook Steenberghe is een warm voorstander, evenals Dyxhoorn en Van Kleffens. Argument no. 1 is, dat Koningin en Regeering op eigen territoir hooren, als er territoir is, dat niet door den vijand is bezet. Ook in Nederland zal dat begrepen en gewaardeerd worden. Voorts staan wij hier te veel onder Britschen druk; kunnen onszelf niet geheel zijn: (het is erg jammer dat het Indië-plan nog niet zoolang geleden door enkelen is gekoppeld aan de mogelijkheid om eventueel een afzonderlijken vrede te kunnen sluiten; bij verreweg de meeste warme voorstanders speelt dat bepaaldelijk géén rol). De indruk tegenover de inheemsche bevolking zou overweldigend zijn; tegenover Japan zou het onze vastbeslotenheid om onze souvereiniteit te handhaven voortreffelijk tot uiting brengen. Er zijn aanwijzingen, dat verschillende landen aanstonds weer een gezant bij ons Hof zouden benoemen, als dit weer op eigen grondgebied zou zijn. |
|