Henri Hartog. Schrijver van zwart Schiedam

[p. 121]

Literatuur

Asselbergs, W.J.M.A. 1951, ‘Henri Hartog’. In: W.J.M.A. Asselbergs, Het tijdperk der vernieuwing van de Noordnederlandse letterkunde.

Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden, deel IX. 's-Hertogenbosch-Brussel 1951, p. 195-196.

Binnewiertz, A.M.J.I. 1905, Bespreking van Henri Hartog, Sjofelen. De Katholiek, 127e deel, p. 59-67.

Bordewijk, F. 1954, ‘Ja, dat was toen’. De Schiedamse Gemeenschap, 6e jrg., p. 106-107.

Bordewijk, F. 1957, ‘Henri Hartog’. In: F. Bordewijk, Idem. Tien parodieën. 's-Gravenhage 1957, p. 59-63.

Bordewijk, F. 1962, ‘Navolging van Henri Hartog’. De Schiedamse Gemeenschap 14e jrg., p. 180-183.

Bordewijk, F. 1975, ‘Verbrande erven’. In: F. Bordewijk, Bij gaslicht. Amsterdam 1975^4, p. 30-61.

Brink, J. ten 1904, Geschiedenis der Noord-Nederlandsche letteren in de 19e eeuw. 2e dr. verzorgd door Taco H. de Beer. Deel III. Rotterdam 1904, p. 575-576.

Brouwer, J. 1905, Bespreking van Henri Hartog, Sjofelen. Die schöne Literatur, 6e jrg., p. 398.

Bruin, P. de z.j. [ca. 1910], Zwart Schiedam. Hoe wij werken. Hoe wij leven. Rapport eener enquête naar de wijzigingen in loon en arbeidsduur alsook in den levensstandaard der arbeiders gehouden vanwege den Schiedamschen Bestuurdersbond. Z.pl. [Schiedam]. 23 pp.

B[russe, M.J.] 1904, ‘Henri Hartog’. De Kroniek, 10e jrg., p. 68-69.

Brusse, M.J. 1934, ‘Herinneringen bij Lodewijk van Deyssel's zeventigste verjaardag’. NRC 21-9-1934.

Calker, Henri H. 1904, Bespreking van Henri Hartog, Een eigenwijs schrijfster. Lectuur, 1e jrg., p. 396.

Campen, M.H. van 1904, Bespreking van Henri Hartog, Sjofelen. Het Volk 27-8-1904 en 30-8-1904.

Campen, M.H. van 1908, ‘Sjofelen’. In: M.H. van Campen, Opstellen. Bussum 1908, p. 55-80.

Deyssel, Lodewijk van 1904, ‘Woord vooraf’. In: Henri Hartog, Sjofelen. Rotterdam 1904, VII-VIII.

Feijst, G. van der 1975, Geschiedenis van Schiedam. Schiedam.

Gerversman, H. 1926, ‘Henri Hartog. 1 Augustus 1869-25 februari 1904’. Rotterdamsch Jaarboekje, derde reeks, 4e jrg. Rotterdam 1926, p. 75-82.

Graaf, J. de 1937, ‘Henri Hartog (1870-1904)’. In: J. de Graaf, Le Réveil littéraire en Hollande et le naturalisme français. Amsterdam 1937, p. 183-185.

H., A. 1904, ‘Henri Hartog †’. De Amsterdammer, Weekblad voor Nederland, 6-3-1904.

[p. 122]

Heijden, M.C.A. van der 1971, ‘Eene bevalling van Henri Hartog’. In: M.C.A. van der Heijden, red., Werkmansboekje. Sociale bewogenheid in de literatuur rond 1900. Utrecht-Antwerpen 1971, p. 87-89.

Heijermans Jr., Herman 1904, ‘Henri Hartog †’. De Nieuwe Tijd, Sociaal-democratisch Maandschrift, 9e jrg., p. 229-230.

Heijermans, Ida 1904, ‘Henri Hartog’. De Vrouw, 11e jrg., p. 113-115.

Huygens, G.W. 1969, ‘Henri Hartog, vergeten naturalist uit Schiedam’. NRC 1-8-1969.

In Memoriam Henri Hartog. Mededeelingen [van de] Rotterdamsche Vereeniging ‘Voor de Kunst’, no. 5 (maart 1904), 16 pp.

Kloos, Willem 1904. Bespreking van Henri Hartog, Sjofelen. De Nieuwe Gids, 20e jrg., p. 61-63.

Knuvelder, G.P.M. 1976, Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde. Vijfde druk. Deel IV. Den Bosch.

Koster, Edward B. z.j. [1904], Literatuurtoestanden. Een uiteenzetting en rechtvaardiging voor weldenkenden. Z.pl. [Den Haag]. 39 pp.

Kwakman, Th. 1907, Bespreking van Henri Hartog, In d'r nieuwe woning. Boekenschouw, 2e jrg., p. 183-184.

L[ens], J. 1905, Bespreking van Henri Hartog, Sjofelen. Ons Tijdschrift, 10e jrg., p. 362-364.

Lochem, M.G.L. van 1904, Bespreking van Henri Hartog, Sjofelen. Nederland, 3e deel, 242-243.

Loon, H.E.H. van 1904, ‘Over Henri Hartogs boek’. De Kroniek, 10e jrg., p. 285-287.

M. 1905, Bespreking van Henri Hartog, Sjofelen. De Bode, 17e jrg., no. 5.

Meertens, P.J. 1954, ‘Henri Hartog’. Mededelingenblad van de sociaal-historische studiekring, no. 3, p. 4-5.

Mooij, Martin 1968, ‘Schrijven over Schiedam’. De Schiedamse Gemeenschap, 20e jrg., p. 202-207.

Nieuwenhuys, R. 1964, De dominee en zijn worgengel. Amsterdam.

Noordegraaf, Jan 1974, ‘Leven in Schiedam was ellendig rond de eeuwwisseling’. Schiedamse Courant 6-3-1974.

Noordegraaf, Jan en Arie IJzerman 1978, ‘Hartog aan Verwey. Terugblik op de afgelegde weg’. Scyedam. Uitgave van de Historische Vereniging Schiedam, 4e jrg., no. 2, p. 11-13.

Paaltjens, Piet 1970, Nagelaten snikken. Amsterdam.

R[obbers], H. 1907, Bespreking van Henri Hartog, In d'r nieuwe woning. Elsevier's Geillustreerd Maandschrift, 17e jrg., september 1907, p. 213-214.

Scharten-Antink, C. en M. 1904, Bespreking van Henri Hartog, Sjofelen. De Gids 68, deel 4, p. 515-535.

Schilp, C.A. 1967, Herman Heijermans. Amsterdam.

Schmitz, H. 1962. Schiedam in de tweede helft van de negentiende eeuw. Schiedam.

[p. 123]

Smit Kleine, F. 1904, Bespreking van Henri Hartog, Sjofelen. Den Gulden Winckel, 3e jrg., no. 9.

Uyldert, M. 1955, Dichterlijke Strijdbaarheid. Uit het leven van Albert Verwey. II. Amsterdam.

Vaate, Hendrik van de 1904, ‘Over Woord-Kunst. I. Henri Hartog’. De Vrouw, 12e jrg., p. 59-60.

Verwey, Albert 1904, ‘In memoriam Henri Hartog’. De 20e eeuw, 10e jrg., deel 1, p. 319.

Vox 1904, ‘Henri Hartog’. De Volksonderwijzer, 14e jrg., no. 5, p. 1.

Zee, Daan van der 1961, Oud-Schiedam. Assen.

Zee, Daan van der 1972, De brandende stad. Schiedam. 1e uitg. 1930.

Zimmerman, Willem 1928, ‘Vijf en twintig jaar Kunst aan het Volk. Een overzicht en herinneringen’. De Socialistische Gids. Maandschrift der Sociaal-Democratische Arbeiderspartij, 13e jrg., p. 951-962.

Zoetmulder, A.J. z.j. [1920], Het Gezin van Herman Leyter. I. Nieuwe Wegen. Tweede druk. Amsterdam.

Aantekening. In Memoriam Henri Hartog bevat onder meer een dertiental artikelen die naar aanleiding van het overlijden van Hartog in dag- en weekbladen en in een enkel tijdschrift verschenen. Behalve de stukken van Ida Heijermans en Albert Verwey zijn ze in de literatuuropgave niet meer afzonderlijk vermeld.