| |
| |
| |
De ethologische romans van Anthony Trollope
Gedurende mijn militaire diensttijd mocht ik thuis blijven wonen. Ik moest echter wel elke dag tweemaal twintig minuten met de trein reizen om de plaats te bereiken waar ik diende. Maar dat had ik er graag voor over. Zodra ik wist dat ik elke dag veertig minuten in de trein zou moeten doorbrengen begon ik uit te kijken naar het werk van een schrijver waaruit ik gedurende die tijd iets zou kunnen lezen. Eén voorwaarde was dat het niet al te boeiend mocht zijn; ik moest als de reis was afgelopen zonder pijn kunnen ophouden. Het mocht ook niet te moeilijk zijn en er moest veel van zijn want het leek me erg aardig om gedurende anderhalf jaar elke dag in de trein gebogen te zitten over het werk van steeds dezelfde schrijver. Menigeen zal het dwaas vinden dat ik mij tot één schrijver wilde beperken maar ik heb dat soort afwijkingen nu eenmaal, ik kan het echt niet helpen. Ik berekende dat ik driehonderd dagen in de trein zou zitten ofwel veertig maal driehonderd: twaalfduizend minuten. Daar ik ongeveer zeshonderd woorden per minuut lees zou het oeuvre van de door mij te kiezen auteur uit minstens zeven miljoen woorden moeten bestaan. Er zijn niet veel schrijvers die zoveel of meer woorden geschreven hebben. Voltaire haalt het gemakkelijk, Balzac misschien ook en Vestdijk zal er niet ver vanaf zijn. Simenon heeft meer dan dat geschreven. Maar Vestdijk kende ik al zo goed en Balzac voor een deel ook en aan Simenon was ik verslaafd geweest en dat was gelukkig juist een beetje over. Voltaire leek me niet geschikt. Min of meer bij toeval las ik toen over Fanny Trollope die ongeveer honderdtien romans heeft geschreven, maar haar werken zijn niet te krijgen of uit bibliotheken te lenen. Via Fanny kwam ik evenwel terecht bij haar zoon: Anthony Trollope. Deze heeft heel wat meer geschreven dan het vereiste aantal woorden en toen ik las dat een deel van die woorden in de trein waren geschreven stond mijn keus vast: Trollope zou mijn auteur worden voor de dagelijkse veertig minuten in de trein. Voor zover ik wist waren zijn boeken
| |
| |
niet zo diepgaand dat ze te moeilijk zouden zijn voor in de trein en niet zo boeiend dat het mij moeilijk zou vallen erin op te houden als mijn treinreis was afgelopen.
Ik begon met The Warden. Ik vond het een kostelijk boek, ik vergat mijn medereizigers met een ochtendhumeur 's morgens en ik werd zo meegesleept door het verhaal dat ik niets merkte van het lawaai tijdens het spitsuur 's avonds. Na The Warden nam ik Barchester Towers ter hand. Ik herinner het mij nog goed. In Leiden stapte ik in de trein, ik nam het kleine, rode boekje uit de binnenzak van mijn jas om er tot Rijswijk uit te lezen. Al spoedig was ik helemaal vergeten dat ik in de trein zat; mijn medereizigers moeten stellig gedacht hebben dat er een idioot naast hen zat want soms rolden tranen over mijn wangen. Tranen van het lachen: alleen bij Don Quichote, The Pickwick Papers en De brave soldaat Schwejk heb ik meer gelachen dan bij Barchester Towers. En misschien bij de Dode Zielen van Gogolj. Ik las en las; eerst toen ik een vreemd gedaver hoorde kwam ik tot mij zelf. Ik keek op van Barchester Towers, ik zag glinsterend water, we reden over de Moerdijkbrug. Ik was domweg vergeten om in Rijswijk uit te stappen. Veel later is mij dat nog een keer op een ander traject van de Nederlandse Spoorwegen overkomen met The Heart of Mid-lothian van Walter Scott, een auteur die Trollope zeer bewonderde.
In één opzicht had ik mij vergist wat Trollope betrof. Hij was veel te boeiend voor in de trein. Steeds als de reis was afgelopen voelde ik mij treurig omdat ik het boek moest dichtslaan. Het kostte mij de grootste moeite om niet op mijn werk in Trollope te lezen en menige lunchpauze heb ik het niet kunnen laten hoezeer ik mij zelf ook voorhield dat ik Trollope alleen in de trein mocht lezen. Het was jaren geleden dat ik zo gelezen had; ik moest teruggaan tot mijn kindertijd om op iets vergelijkbaars te stuiten. Ik ben ook niet de enige die het zo vergaat. Talrijke Engelse en Amerikaanse critici vertellen over het immense genoegen waarmee zij, vaak tot diep in de nacht, in Trollope hebben gelezen. En wat meer is: Trollope is, zoals een Amerikaans criticus heeft opgemerkt ‘not only extremely readable but perpetually rereadable’.
Toen ik ongeveer de helft van het oeuvre van Trollope had
| |
| |
doorgenomen doemde er een nieuwe moeilijkheid op. Tot op dat moment had ik zijn werken geleend uit de Leidse Universiteits-bibliotheek en uit de Koninklijke bibliotheek in Den Haag. Maar zij hadden lang niet alles. Ik liet via de Leidse ub briefjes rondgaan door het land en dat leverde inderdaad nog een paar romans van Trollope op, ik stroopte zelf bibliotheken af op vrije dagen en vond her en der nog enkele romans. Mijn Engelse zwager kocht romans van Trollope voor me in Engeland, nieuw of tweedehands en zo lukte het me om eenenveertig van de zevenenveertig romans van Trollope te leren kennen. Later begaf ik mij zelf naar Engeland, bezocht grote tweedehandsboekwinkels in Ross-on-Wye en Hay-on-Wye in Wales maar kreeg daar slechts te horen dat de werken van Trollope zo veel gevraagd werden dat er wachtlijsten bestonden voor de niet ‘in print’ zijnde boeken. Ik sta op wachtlijsten voor Cousin Henry, Miss Mackenzie, Marion Fay, The Fixed Period, The Vendée, The Macdermots of Ballycloran. Als er iets is waardoor ik soms niet slapen kan dan is het wel dat ik deze zes romans van Trollope nog nooit in handen heb gehad.
| |
Biografie
Trollope is op 24 april 1815 in Londen geboren en op 6 december 1882 in diezelfde stad gestorven. In de zevenenzestig jaar van zijn leven heeft Trollope meer gedaan en geschreven dan enige andere Engelse auteur. De eerste dertig jaar van zijn leven heeft hij overigens voornamelijk luierend doorgebracht. Maar daarna heeft hij in Ierland, in Zuid-Engeland en in een aantal Engelse koloniën de postdienst gereorganiseerd en tegelijkertijd schijnt hij de brievenbus uitgevonden te hebben. In zijn vrije tijd en op reis schreef hij eenenzeventig boeken. Behalve zevenenveertig romans zijn daar reisboeken bij, monografiën over andere auteurs, korte verhalen, een enkel toneelstuk en een verrukkelijke autobiografie. Waar haalde deze ambtenaar bij de posterijen in godsnaam de tijd vandaan om zoveel te schrijven? Wel, hij werd 's morgens om half zes gewekt door zijn Ierse bediende en van sterke koffie voorzien en vervolgens schreef hij tot half negen. Hij schreef ook tijdens treinreizen en bootreizen. Op
| |
| |
zichzelf is dat alles nog niet eens zo merkwaardig; onbegrijpelijk is evenwel dat hij, op deze wijze werkend, zulke voortreffelijke romans heeft voortgebracht. Misschien heeft hij, zoals velen beweren, te veel geschreven maar men kan het ook eens zijn met A.O.J. Cockshut. Deze schreef een uitstekend boek over Trollope en zegt daarin dat de kans op iets goeds toeneemt als er veel wordt voortgebracht en dat Trollope waarschijnlijk iemand was die veel moest schrijven om een bepaalde hoeveelheid daarvan tot kwalitatief waardevol werk te verheffen. Toch zijn alle romans zeer, zeer leesbaar; er is er niet één bij waarbij het me moeite kostte om er doorheen te komen, er zijn er wel een aantal die bepaald beter zijn dan de anderen, de zes Barchesternovels, de zes Palliser-novels, He Knew He Was Right, The Claverings, The Way we live now, Orley Farm (bevat volgens Beatrice Vigoleis Thelen het grootste vrouwenportret uit de wereldliteratuur), Mr. Scarborough's family.
Trollope wordt werkelijk zeer onderschat. Dat komt in de eerste plaats omdat hij zich zelf onderschatte en te openhartig was in zijn autobiografie. Maar het komt ook omdat Trollope zich zorgvuldig onthoudt van beschrijvingen van het innerlijk leven van de figuren in zijn romans. Daardoor lijken zijn romans veel oppervlakkiger dan de romans van andere negentiende-eeuwse schrijvers. Maar die oppervlakkigheid is maar schijn; in plaats van diepzinnigheden zijn bij Trollope bijna wetenschappelijk aandoende beschrijvingen van menselijk gedrag te vinden, gedrag zoals dat door een objectieve en zorgvuldige waarnemer te observeren valt. In zijn boekje over Trollope zegt Edwards over een gedeelte uit The Claverings: ‘What is perhaps most striking about this scene is that it is observed almost entirely from the outside, and with almost complete detachment. Speech, gestures, movements and facial expressions are recorded in exact and (it appears) full detail, and for the most part without comment.’ Edwards beschrijft hier in feite de werkwijze van een etholoog. Trollope kan beschouwd worden als de etholoog onder de romanschrijvers en als zodanig is hij een modern schrijver ondanks het feit dat hij door en door conservatief was en geen gelegenheid voorbij liet gaan om zich te keren tegen de vrouwenemancipatie (onder andere in He Knew He Was Right).
| |
| |
Maar omdat hij een objectieve waarnemer was heeft dat conservatisme nauwelijks enige betekenis voor de inhoud van zijn romans.
In Nederland kom je een enkele keer wel iemand tegen die Trollope leest of heeft gelezen maar heel bekend is hij hier toch niet. Niettemin bestaat er een goed proefschrift van een Nederlander over Trollope (Koets: Female characters in the novels of A. Trollope). De gemiddelde mening over Trollope in Nederland wordt evenwel aardig weergegeven door een opmerking van Bomans. Deze beweert ergens dat in Trollope's werken, vanwege de victoriaanse preutsheid, zelfs nooit over hoeren gepraat wordt. En dat terwijl één van de hoofdpersonen uit The Vicar of Bullhampton een prostituée is en er in de zo verbijsterend slecht voor de televisie bewerkte Palliser-novels een ontroerende passage voorkomt over een Londense hoer. Nee, Bomans wist niet veel van Trollope. Maar Leo Tolstoj was een groot bewonderaar van hem; de onvergetelijke Natasja uit Oorlog en Vrede is geheel gemodelleerd naar vergelijkbare figuren uit het werk van Trollope zoals Mary Thorne en Lucy Robarts. Ook Mario Praz, de schrijver van The Romantic Agony, heeft grote bewondering voor Trollope. In zijn boek The Hero in Eclipse heeft hij een stuk over hem geschreven dat te beschouwen is als één van de beste essays over Trollope. Het is een stuk waarin Trollope volledig recht wordt gedaan. Trollope is namelijk een groot schrijver; ik moet zelfs bekennen dat ik hem beschouw als de grootste Engelse romanschrijver maar dat komt misschien ook omdat hij in zijn romans een typisch ethologische visie op het doen en laten van mensen heeft verwerkt. Over dat aspect van Trollope zo dadelijk meer.
| |
Twee mannen, één vrouw
Trollope is misschien alleen al daarom uniek omdat zijn zevenenveertig romans en zijn korte verhalen vrijwel allemaal zijn uitgekristalliseerd rondom hetzelfde gegeven. Als je een bestseller wilt schrijven, moet William Faulkner eens tegen zijn broer John (die het ook wilde proberen) gezegd hebben, schrijf dan over twee mannen die dezelfde vrouw willen hebben. Dat is
| |
| |
nu het onderwerp van bijna al Trollope's romans; er is een heldin die de keus heeft tussen twee mannen, welke steeds suitors worden genoemd. Haar bloedverwanten prefereren de een en zij zelf prefereert de ander. De afloop is bijna altijd dat het meisje haar voorkeur volgt en trouwt met de door haar familie verafschuwde man. Soms is er wat variatie. In The Bertrams trouwt de jonge vrouw met de door de familie geprefereerde minnaar, waarna zij alsnog de ander neemt. In Ralph the Heir trouwt ze met de door haar zelf verafschuwde minnaar omdat de ander verdwijnt; in één van de korte verhalen pleegt het meisje, na met de door haar zelf verafschuwde minnaar te zijn getrouwd, zelfmoord. In The Vicar of Bullhampton en in The Belton Estate engageert het meisje zich met de verafschuwde man maar ze verbreekt, geheel tegen de zin van anderen, het engagement en trouwt met de ander. Dit op zich zelf misschien niet zo interessante thema gaf Trollope de gelegenheid telkens weer andere vormen van dwang, manipulatie, gebruik en misbruik van autoriteit, te beschrijven. Bovendien is in bijna elke roman een neven-plot te vinden die wel van roman tot roman anders is. En in elke roman beschrijft en portretteert hij de personen weer zo fris en levend dat ze toch heel anders zijn dan alle anderen.
De vormen van dwang en manipulatie worden op een bijna wetenschappelijke wijze beschreven. Trollope's stijl is sober en zakelijk, hij schuwt poëtische uitweidingen, lange natuurbeschrijvingen, beelden van de stad of het platteland. Voor enigerlei vorm van symboliek is geen plaats in zijn werk. Zijn stijl is uitsluitend gericht op het overdragen van informatie over het gedrag van zijn personen en hij is daar ook bij uitstek geschikt voor. Daar hij zelden graaft in het innerlijk van zijn personen is hij bijna geheel aangewezen op alle facetten van het uitwendig waarneembare gedrag. Dat gedrag bestaat in de eerste plaats uit dialogen; Trollope's romans bestaan grotendeels uit tweegesprekken. En hij kon dialogen schrijven; hij evenaart, ja overtreft zulke beroemde dialogenschrijvers als Roger Martin du Gard, Theodor Fontane of Thomas Mann. Behalve die dialogen treffen bij Trollope de uiterst precieze beschrijvingen van handelingen, gelaatsuitdrukkingen en dergelijke. Het lijkt wel of hij
| |
| |
zijn mensen onder een vergrootglas hield (om een uitspraak van Hawthorne over Trollope te variëren), of hij ervaring had met het op ethologische wijze registreren van gedrag. Voorts maakt Trollope gebruik van een derde methode om mensen te karakteriseren. In zijn romans wemelt het van de brieven die personen aan elkaar schrijven. Via deze brieven worden personen haarscherp gekarakteriseerd. Neem alleen de brieven van Sowerby uit Framley Parsonage. Wat een meesterstukken!
Maar dat alles is misschien nog niet voldoende om Trollope's werken als ethologische romans te kwalificeren. Zijn romans handelen echter voornamelijk over een van de meest besproken onderwerpen uit de ethologie: de agressie. Het lijkt vreemd om dat te zeggen over het werk van een schrijver waarin agressieve gewelddaden even schaars zijn als wintertalingen in de Amsterdamse grachten. Hoogst zelden gaan personen in de romans van Trollope met elkaar op de vuist. Je vindt het in Mr. Scarborough's family, Is he Popenjoy, Can You Forgive Her en in Doctor Thorne. In The Land-Leagers wordt een kind doodgeschoten en in Phineas Redux wordt een moord gepleegd. Trollope geeft deze enkele gewelddaden sober weer. Geen literaire franje rondom de moord in Phineas Redux, geen griezelige, beangstigende passages à la Dickens in enige roman van Trollope. Deze soberheid van Trollope is bepaald indrukwekkend temeer daar hij steeds laat zien dat dergelijke gewelddaden op zich zelf niet zo belangrijk zijn maar het eindpunt vormen van een langdurige ontwikkeling die veel boeiender is.
Bij Trollope staat die vorm van agressie centraal waarbij de tegenstander geen lichamelijke schade wordt toegebracht. Vaak wordt beweerd dat bij mensen, in tegenstelling tot dieren, de agressie niet geritualiseerd zou zijn. Wij zouden geen goed mechanisme in ons gedrag hebben om te voorkomen dat ons lichamelijk schade wordt toegebracht in geval van agressie van een tegenstander. In De kritische afstand heb ik getracht aannemelijk te maken dat bij ons wel degelijk geritualiseerde agressie valt waar te nemen. Ze bestaat uit een bepaalde manier van dialogiseren. Het ‘bekvechten’ valt er onder, evenals de tegenstander laten ‘afgaan’. Trollope was een meester in de weergave van die geritualiseerde agressie in zijn dialogen. Zijn werken
| |
| |
handelen steeds over mensen die andere mensen tot iets willen dwingen. Dat dwingen kan niet gebeuren met het pistool of met de vuist, het moet gebeuren met de kracht van argumenten of simpelweg via het hebben van overwicht op de ander. In Can You Forgive Her is al in het begin een dergelijk treffen te vinden dat subtiel wordt voorbereid. Een jongedame, Alice Vavasor, wil huwen met haar neef; haar familie wil echter dat zij trouwt met een zekere John Grey. Een tante brengt een bezoek om haar ertoe over te halen af te zien van het maken van een reis met die neef. Maar natuurlijk brengt deze tante niet dadelijk het doel van haar komst naar voren. Ze begint met een verhaal over de moeite die ze heeft moeten doen om te komen. Vervolgens tracht ze Alice, en dat is de eerste inleidende schermutseling, ertoe over te halen die avond naar een concert te gaan.
‘Dear Lady Midlothian has promised to send her carriage at three to take me to the concert. I do so wish you'd go, Alice.’
‘It's out of question, aunt. The idea of my going in that way at the last moment, without any invitation!’
‘It wouldn't be without an invitation, Alice. The marchioness has said to me over and over again how glad she would be to see you, if I would bring you.’
‘Why doesn't she come and call if she is so anxious to know me?’
Die laatste zin is een duidelijke aanval en de tante kan daarop alleen maar het zwakke antwoord geven: ‘My dear, you've no right to expect it; you haven't indeed. She never calls even on me.’
Deze eerste ronde heeft de tante verloren, vandaar, dat ze verderop haar toevlucht moet nemen tot ‘You are wrong’, het soort van moraliserende uitspraken dat altijd uit de mond van de verliezer komt. Het aardige is dat dit kleine treffen zo subtiel preludieert op het grotere treffen daarna dat ook door de tante verloren wordt. Toch pakt zij het in beginsel goed aan, ze begint met te zeggen: ‘My dear Alice, I need hardly say that if you had a mother living, or any person with you filling the place of a mother, I should not interfere in this matter.’ Daarmee laat de tante uitkomen dat zij in zeker opzicht de plaats van de moeder inneemt. Vervolgens begint ze haar campagne die zij alleen al
| |
| |
daarom verliest omdat Alice, zoals Trollope vertelt, spreekt met een ‘steady voice’ en haar ogen strak op het gezicht van de tante gevestigd houdt. Het is jammer dat de hele dialoog veel te lang is om te citeren, Trollope neemt er altijd de tijd voor zulke treffens goed uit te werken. En uit al die botsingen tussen mensen te zamen resulteert dan een beeld van de verhoudingen, van het krachtenveld, zie je dat bepaalde mensen sterker zijn dan andere en weet je ook dat sommige personen die erg ‘firm’ zijn toch op een keer een nog krachtiger persoonlijkheid zullen ontmoeten. Al die kleine schermutselingen met woorden zijn petites histoires in zich zelf waarbij men benieuwd is naar de afloop. Daarom is Trollope zo goed leesbaar, je bent niet nieuwsgierig naar de afloop van de roman die nog zeshonderd bladzijden weg is, nee, je bent nieuwsgierig naar de afloop van het treffen waarover je leest en waaruit weer nieuwe schermutselingen voorkomen die ook de aandacht vangen.
Zeer typerend voor Trollope is dat in de genoemde passage uit Can You Forgive Her een oude dame een jong meisje tot andere gedachten probeert te brengen. Bij Trollope is steeds sprake van het misbruik maken van autoriteit omdat men ouder is, boven een ander staat. Trollope schreef bovendien over een maatschappij die aanzienlijk minder gedemocratiseerd was dan de onze. Het Engeland van zijn tijd werd gekenmerkt door een vrij strak standenstelsel en vanzelfsprekend was iemand van een hogere stand de meerdere van iemand van een lagere stand. Zo stond ook de geestelijke boven de leek, de rijke boven de arme, de adellijke persoon boven het gewone volk, de man boven de vrouw, de oudere boven de jongere en de Engelsman boven de buitenlander. In de romans van Trollope proberen rijken, geestelijken, baronnen en graven, mannen en Engelsen hun wil op te leggen aan de armen, de leken, de jongeren, de mensen van het volk, de vrouwen en de buitenlanders. Daarbij komt het steeds tot een conflict tussen de maatschappelijk gezien hogeren en lageren. Gewoonlijk is dan de lagere in staat om met een aantal welgekozen woorden, de hogere de mond te snoeren. Daarna probeert de hogere zich te wreken via allerlei manipulaties of hij beroept zich op zijn autoriteit. Bij Trollope botst de op kunstmatige wijze door de maatschappij gesanctioneerde hiërarchi- | |
| |
sche orde tussen mensen onderling op de natuurlijke hiërarchische orde die ontstaat doordat de een nu eenmaal intelligenter is, of meer karakter toont, of veel welbespraakter is dan de ander. In een enkel geval volgt daarbij lichamelijk geweld omdat de verliezer zich niet kan neerleggen bij zijn vernedering. Lichamelijk geweld vloeit bij Trollope altijd voort uit onmacht, het is het laatste redmiddel van mensen die hun meerdere hebben moeten erkennen in een tegenstander die ze altijd voor een mindere hadden gehouden. In Is He Popenjoy (Trollope was niet erg gelukkig in het bedenken van titels voor zijn romans) is een dergelijke vorm van agressieve onmacht meesterlijk uitgebeeld. Het komt echter maar zelden tot gevechten met de handen, het blijft bij gevechten met de mond. Kostelijke dialogen levert dat vaak op. Zoals bij voorbeeld Bertie Stanhope (jong, een leek) de bisschop van Barchester (oud, een geestelijke) van repliek dient, dat is groots. Later is de vader van Bertie het slachtoffer van de zoon die ter verantwoording wordt geroepen voor het feit dat hij simpelweg niets uitvoert. De passage is waard aangehaald te worden: ‘Would it suit you, sir,’ said the father, ‘to give me some idea as to what your present intentions are? - what way of living you propose to yourself?’
‘I'll do anything you can suggest, sir,’ replied Bertie.
‘No, I shall suggest nothing further. My time for suggesting has gone by. I have only one order to give, and that is that you leave my house.’
‘To-night?’ said Bertie; and the simple tone of the question left the doctor without any adequately dignified method of reply.
‘Papa does not quite mean to-night,’ said Charlotte, ‘at least I suppose not.’
‘To-morrow, perhaps,’ suggested Bertie.
‘Yes, sir, to-morrow,’ said the doctor. ‘You shall leave this to-morrow.’
‘Very well, sir. Will the 4.30 p.m. train be soon enough?’
‘You may go how and when and where you please, so that you leave my house to-morrow. You have disgraced me, sir; you have disgraced yourself, and me, and your sisters.’
‘I am glad at least, sir, that I have not disgraced my mother.’
| |
| |
Na een dergelijk antwoord resten voor de tegenpartij slechts scheldwoorden. Die volgen dan ook in overvloed. Ook hier is weer een oudere slachtoffer van een jongere. In The Claverings is een hele serie mannen het slachtoffer van een Poolse vrouw; ook daarin is hetzelfde idee te vinden: een buitenlandse en dan nog wel een vrouw is de mindere van Engelse mannen. In werkelijkheid is ze de meerdere.
Het komt maar zelden voor dat de personen bij Trollope zich weten te handhaven omdat ze sluw en leugenachtig zijn. Het geldt voor Arabella uit The American Senator, een boek waarvan verteld wordt dat president Kennedy het tijdens de Cuba-crisis las. Kennedy zou toen besloten hebben net zo te handelen als Arabella. Als dat waar is hebben wij mogelijkerwijs allen ons leven aan Trollope te danken. In nog sterkere mate is sluwheid en leugenachtigheid als middel om te overleven uitgebeeld in de persoon van Lizzy Eustace in The Eustace Diamonds. Trollope heeft zich zelf overtroffen met het portret van dit meisje. Maar meestal geraken de personen in de romans van Trollope in situaties waaruit zij zich niet met leugens kunnen redden; gewoonlijk redden zij zich niet en heeft de ander ‘the best of them’ zoals dat bij Trollope heet. De romans van Trollope zijn studies van gezichtsverlies, van karakter en karakterzwakte, van mentale kracht tegenover kleinzieligheid, van al die verschijnselen die een rol spelen bij elk conflict tussen mensen dat zonder handtastelijkheid of erger wordt opgelost. In een van zijn mooiste romans The last chronicle of Barset heeft hij misschien wel het fraaist een dergelijk conflict beschreven. De hoofdpersoon van dat boek is de arme geestelijke Josiah Crawley. Deze wordt beschuldigd van diefstal en de bisschop van het diocees van Crawley (maar vooral de vrouw van de bisschop, de onvergankelijke Mrs. Proudie) vindt dat Crawley, zolang hij nog niet berecht is, tijdelijk zijn ambt moet neerleggen. Crawley meent echter dat, zolang de rechtszaak nog niet heeft plaatsgevonden, nog niet bewezen is dat hij schuldig is en dat hij dus zijn werk mag blijven doen. De roman handelt onder meer over de pogingen van de bisschop en zijn vrouw om Crawley zover te krijgen dat hij zijn werk neerlegt. Crawley is echter een koppig mens, een echt karakter. Hij laat zich niet uit zijn ambt zetten;
| |
| |
brieven noch helpers van de bisschop zijn in staat hem te doen capituleren. De bisschop heeft ook helemaal het recht niet om Crawley, zolang de rechtszaak niet heeft plaatsgevonden, uit zijn ambt te zetten. Maar Mrs. Proudie meent dat een mogelijke dief geen dominee kan zijn en ten einde raad sommeren zij Crawley naar het paleis van de bisschop. Ze menen dat een persoonlijk onderhoud met zijn hoogste superieur Crawley het verkeerde van zijn handelswijze zal doen inzien. Bij het begin van het onderhoud probeert de bisschop Crawley zover te krijgen dat hij gaat zitten. Staande zal de bisschop Crawley dan toespreken. Op zich al een treffend detail: men heeft overwicht op een ander als men boven die ander uittorent. Crawley laat het evenwel zover niet komen. Zodra de bisschop opstaat gaat hij ook staan en hij gaat pas weer zitten als de bisschop een zetel neemt. Juist dit soort beschrijvingen van niet-verbaal gedrag voorafgaande aan verbale agressie zijn zo typerend voor Trollope en maken hem tot een etholoog avant-la-lettre. Na deze handelingen ontstaat een zeldzaam fascinerend gesprek tussen Crawley, de bisschop en zijn vrouw. Op een bepaald moment zwijgt de bisschop en laat hij zijn vrouw alleen het woord doen. Crawley doet evenwel alsof de bisschop nog spreekt; na elke opmerking van haar geeft hij de bisschop antwoord als had deze de opmerking gemaakt. Zij is woedend dat zij op deze onrechtstreekse wijze genegeerd wordt. Ten slotte is zij zo boos dat ze uitroept: ‘Sir, you will find that your wicked threats will fall back upon your own head.’
En dan zegt Crawley alleen maar: ‘Peace, woman.’
The bishop jumped out of his chair at hearing the wife of his bosom called a woman. But he jumped rather in admiration than in anger.
‘Woman!’ said Mrs. Proudie, rising to her feet as though she really intended some personal encounter.
‘Madam,’ said Crawley, ‘you should not interfere in these matters. You simply debase your husband's high office. The distaff were more fitting for you. My lord, goodmorning.’
Na deze gedenkwaardige woorden verlaat Crawley het paleis van de bisschop. Het gehele gesprek is een meesterlijke weergave van niet-verbale en verbale agressie, van de specifiek menselijke componenten in het agressieve gedrag van onze soort.
| |
| |
Juist door dit voortdurend botsen van mensen op elkaar ontstaan al die levendige portretten van mensen in de romans van Trollope. Het eigenaardige is dat je veel van die mensen nooit meer vergeet, het lijkt achteraf alsof je ze echt hebt ontmoet. Niettemin zijn het gewone mensen, ze worden niet tot leven gebracht via hun eigenaardigheden, een kunst die Dickens tot in de perfectie beheerste. Maar de figuren bij Dickens zijn nauwelijks in interactie met hun omgeving, een Saraih Gamp is er gewoon. Het is een onvergetelijke vrouw maar de dimensie van menselijkheid ontbreekt. Bij Trollope is dat nooit het geval, zijn personen zijn sociale figuren, ze zijn lid van een groep, een gemeenschap. Hij geeft de mensen weer zoals hij ze geobserveerd had. Hij is niet uit op het portretteren van tragiek, van grootheid en val, ook al lukt het hem soms wel om een uitermate indringend beeld te geven van een neurotische obsessie die tragische gevolgen heeft (met name in zijn, naar mijn mening, beste roman He Knew He Was Right). Ongetwijfeld is dat de reden waarom men Trollope altijd zo heeft onderschat. Men heeft gezegd dat hij geen fantasie had omdat hij de hem omringende maatschappij zonder opsmuk, zonder vertekening, zonder metafysisch perspectief weergaf. Maar een exacte weergave van de werkelijkheid is niet mogelijk, je moet altijd enigermate stileren en juist daar is veel fantasie voor nodig en vooral ook een vermogen het treffende detail niet te vergeten. Trollope had ongetwijfeld een fantastisch goed geheugen; veel van wat hij tijdens zijn tochten door Zuid-Engeland heeft waargenomen moet hij hebben onthouden en in zijn romans hebben verwerkt. Maar voor de selectie van het waargenomene alsmede voor een verdichting van die selectie tot een goed verhaal is een bepaald soort verbeeldingskracht nodig die gemakkelijk over het hoofd gezien kan worden.
Trollope was bovendien uitermate menselijk. Hij had begrip voor alle menselijke zwakheden en voor elk falen. Hij geloofde weliswaar in de bestaande victoriaanse moraal van zijn tijd maar hij was uitermate verdraagzaam, veel verdraagzamer in feite dan zovelen van na hem komende generaties. Men kan namelijk beter te doen hebben met mensen die de bestaande, overgeleverde moraal verdedigen dan met mensen die elke vorm van opgelegde moraliteit hebben verworpen en daarvoor in de plaats een
| |
| |
eigen, vaak zeer rigide systeem van waarden hebben ontworpen waaraan met blinde onverdraagzaamheid en groot fanatisme, wordt vastgehouden. Beter iemand die rooms-katholiek is van huis uit dan iemand die het uit eigen vrije wil is geworden. Beter een conservatieve antifeministische romanschrijver als Trollope dan een vooruitstrevende fanaticus als D.H. Lawrence.
Een gevolg van Trollope's verdraagzaamheid is dat hij zijn personen bijna onbevooroordeeld weergeeft, ook als ze karakterloos zijn. Het is misschien niet eens zo heel moeilijk om een karakter weer te geven. Een persoonlijkheid met eigenaardigheden kun je wel tot leven brengen maar het beschrijven van het ontbreken van karakter, dat is niet eenvoudig. Dickens kon dat niet, Trollope daarentegen was er een meester in getuige de portretten van Johnny Eames in The small house at Allington en Mark Robarts in Framley Parsonage. Daar staat dan weer tegenover dat hij een heel bijzonder vermogen had om vrouwen te begrijpen. De weerbare, gevatte, flinke, geestige vrouwen in zijn werk vormen wel een schril contrast met zoveel vrouwenportretten uit de romans van veel van zijn tijdgenoten. Zijn mooiste creatie is wellicht Dorothy Stanbury uit He Knew He Was Right al is ook Lady Mason uit Orley Farm een groots portret om maar te zwijgen van Aunt Stanbury uit He Knew He Was Right. Maar als men zo begint zijn er nog wel twintig, dertig vrouwenfiguren op te noemen.
Een andere opvallende eigenschap van Trollope is het geheel ontbreken van enige sentimentele passage in zijn werken. Hij had een bij uitstek volwassen kijk op het gedrag en het leven van zijn medemensen. Misschien is dat ook wel de reden waarom in de romans van Trollope kinderen nauwelijks een rol spelen terwijl je bij de andere Engelse auteurs uit de vorige eeuw struikelt over de massa's kinderen. Eén van de weinige kinderen in zijn romans (in The Land-Leagers) wordt vrij snel na het begin van het boek doodgeschoten. Dat is maar goed ook: Trollope kon geen kinderen beschrijven.
Ongetwijfeld zijn er hele gebieden van het menselijk leven die in Trollope's romans eenvoudigweg niet in kaart zijn gebracht. Daar staat tegenover dat hij datgene wat hij wel in kaart bracht - de mens als sociaal levend wezen in een gemeenschap die hem
| |
| |
aan alle kanten tracht te manipuleren - dan ook zo voortreffelijk en met zoveel liefde en humor en zorg voor elk detail heeft gedaan, dat hij daardoor toch moet worden gezien als één van de grootste romanschrijvers en zeker als de meest leesbare van allen, en tegelijkertijd als voorloper van al diegenen die via een zo objectief mogelijke observatie het gedrag van mens en dier trachten te begrijpen.
|
|