| |
B. Litteratuur-overzicht
A., Mr. H. van - Uit de gedenkschriften van een voornaam Nederlandsch beambte over de tweede helft der 18e en het begin der 19e eeuw (1882) blz. 9-17. |
Alberdingk Thijm, J.A. - Zondagsblad van 9 en 30 December 1860.
De la littérature Néerlandaise (1854) blz. 212-218. |
Alphen, H. van - Theorie der Schoone Kunsten. |
Bax, W. - Gedenkboek der Ndl. Herv. Gemeente van Maastricht blz. 169. |
| |
| |
Beaufort, Mr. W.H. de - De Hertog van Brunswijk (in: Geschiedk. Opstellen 1893, Dl. I blz. 184 vlgg.). |
Bilderdijk, W. - Brieven van Bilderdijk aan Feith (in Ts. vr. Ndl. T. en L. XXIV).
Idem aan P.J. Uylenbroek (uitg. Amsterdam 1836).
Over het Treurspel in Nederland tot op Jan de Marre (1808). Over een Tooneelstukjen van Jonkheer O.Z. van Haren (in: Bijdragen tot de tooneelpoëzie, 1823, blz. 185-195).
De Geuzen van O.Z. van Haren (uitg. 1785 en 1826). |
Bor, P. - Oorsprongk, begin en vervolgh der Ndl. oorlogen (1679). |
Brief over de waere oorzaek van 's Lands ongeval, gevonden tusschen Utrecht en Amersfoort om deszelffs merkwaerdigen inhoud met den druk gemeen gemaekt. (1782). |
Brink, J. ten - Geschiedenis der Ndl. Letterkunde blz. 537 vlgg. |
Bruin, Claas - De dood van Willem I, Prins van Oranje (1746). |
Casimir, R. - Lessen in letterkunde blz. 63. |
Collot d'Escury, H. - Holland's roem in Kunsten en Wetenschappen IV 2e stuk blz. 252-272; 452-453; 498; 574-580; 625-626. |
Corver, M. - Tooneelaanteekeningen (1786). Iets voor Oom en Neef. |
De Denker No. 295 - 22 Augustus 1768. |
Dijkstra, W. - Onno Zwier fen Haren (in Sljucht en Rjucht 1898 blz. 385-387).
Willem fen Haren (in Sljucht en Rjucht 1898 blz. 196-199). |
Eekhoff, W. - Onno Zwier van Haren (in: Friesche Volksalmanak 1837).
De Geuzen, dichterlijke tafereelen uit den vrijheidsoorlog der Nederl. tegen Spanje 1572. (Schiedam 1875). |
Engelberts, L. - Een vergeten proces. |
Fagelarchief - Brieven van Mr. Francois Fagel den Ouden aan Mr. van Limborch (No. 75); idem aan anderen (No. 78); Van Mr. H. Fagel aan O.Z. Van Haren (No. 1736); van O.Z. Van Haren aan Mr. H. Fagel (No. 789); van Prins Willem IV aan Mr. F. Fagel den Ouden (No. 434). Vgl. verder over het proces No. 2120.
Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage. |
Feith, R. - De Geuzen van O.Z. van Haren (uitg. 1785). |
Geerligs, G.A. - Onno Zwier van Haren en De Geuzen (in: Noord en Zuid 1893, blz. 127-146). |
| |
| |
Halbertsma, J.H. - Letterkundige nalatenschap aangaande de Van Harens, ter Provinc. Bibliotheek te Leeuwarden.
Het geslacht der Van Harens, Fragmenten (Deventer 1825; beoordeeld in De Vriend des Vaderlands 1829 No. X blz. 691-707 en in Vaderl. Letteroefeningen 1831 No. VII blz. 306-310).
Een onbekend gedicht van een bekenden dichter (Deventer 1825).
Mengelwerk in de Leeuwarder Courant van 23 Februari 1836. Letterkundige Naoogst (1845) Dl. II. |
Hall, M.C. van - Gesprek in den Voghelen-sanck tusschen Jhr. W.A. van Haren en J.H. Halbertsma (in: Bijvoegselen t.d. le druk van Het leven en karakter van den admiraal Jhr. J.J. van Kinsbergen). |
Hardenbroek, van - Gedenkschriften Dl. I. |
Haren, O.Z. van - Opera omnia.
Deducties voor en tegen.
Het leven van Mr. Francois Fagel (fragment; Fagelarch. 1760). Verhandeling over de Nationaale of vaderlandsche gedichten (in: Verh. Zeeuwsch Gen. 1778 blz. 225 vlgg.).
Bericht van een vrouw.... (in: Verh. Prov. Utrechtsch Gen. 1781 blz. 391 vlgg.). |
Hareniana - Letterkundige nalatenschap aangaande de Van Harens van J. van Leeuwen en J.H. Halbertsma, ter Prov. Bibliotheek te Leeuwarden.
Portefeuille No. 18 op de Stedelijke Bibliotheek en archief te Leeuwarden. |
Haselen, H.J.L. van - Willem van Haren's gevallen van Friso, Koning der Gangariden en Prasiaten (1922). |
Heeckeren, J.A.F.L. van - Een voorganger van Multatuli (in: Taal en Letteren IV blz. 329).
De Geuzen van O.Z. van Haren (in: Taal en Letteren IV blz. 347).
De Weduwe van O.Z. van Haren (in: De Gids, September 1875 blz. 493 vlgg.). |
Hepkema, J. - Inbraak bij Jhr. O.Z. van Haren, te Wolvega 6/7 November 1769 (in: Friesche Volksalmanak 1884 blz. 167-174). |
Hofdijk, W.J. - Geschiedenis der Ndl. Letterkunde (1872) blz. 258-268. |
Hooft, P.C. - Nederlandsche Historiën (1677) Boek V en VI. |
| |
| |
Hoogstraten, P.F.Th. van - De Van Harens (in: Dietsche Warande 1876 N.R. I blz. 369-388). |
Huet, Cd. Busken - Brieven aan E.J. Potgieter (Haarlem 1925).
Mengelwerk III in de Javabode van Zaturdag 3 Juli 1869.
Vgl. Kunst en Letterbode in het Algemeen Dagblad van Ndl. Indië 1874 Nrs. VII, VIII, X, XII, XV, XVII, XXI. Herdrukt als De Van Harens (Batavia 1874) en in Litteraire Fantasiën en Kritieken VI. Beoordeeld Ndl. Spectator 1875 No. 26 blz. 303-304. |
Ising, A. - De Van Harens (in: Nederl. Spectator 1875 No. 26 blz. 203-204). |
Jaerboeken, Nederlandsche - Dl. XVI, 1762, 2e stuk blz. 981-1306. |
Jonckbloet, W.J.A. - Geschiedenis der Ndl. Letterkunde V blz. 158 vlgg. |
Jorissen, Th. - Aan het Vaderland, eene studie (1872). |
Kalff, G. - Geschiedenis der Ndl. Letterkunde dl. V blz. 491 vlgg.
Onuitgegeven brieven van Bilderdijk aan Feith (in: Ts. vr. Ndl. T. en L. XXIV blz. 45). |
Kampen, N.G. van - Beknopte Geschiedenis der Letteren en Wetenschappen in de Ndl. (1822) dl. II blz. 152 vlgg. |
Kemper, J.M. - O.Z. van Haren, geschetst in eene redevoering (1811). Herdrukt in Dl. IV der Werken (Westerman). |
Kemper, J. de Bosch - De lofrede van J.M. Kemper in 1811 op O.Z. Van Haren (in: Algem. Konst- en Letterbode 1856 blz. 203 vlgg.). |
Klijnsma, S.F. - Geschiedkundige herinneringen uit de voormalige grietenijen Oost- en West-Stellingwerf, hoofdzakelijk aangaande het geslacht der Van Harens (Meppel 1861; beoordeeld in Algem. Konst- en Letterbode 1861 blz. 407 vlgg.).
Brand te Wolvega op Zondag 20 October 1776 (in: Leeuwarder Courant No. 111 van 14 November 1869). |
Koninklijk Huis-archief - Brieven van Mr. F. Fagel den Ouden aan Prins Willem IV (Bnd. 173 F 1); van O.Z. Van Haren aan denzelide (Bnd. 173 H 2 a, b en c); van denzelfde aan Prinses Anna (Bnd. 431 H 1). |
De Kracht der Christelijke Godsdienst in karakterschetsen uit de Ndl. Geschiedenis Dl. II blz. 273-287. |
| |
| |
Leeuwen, J. van - Letterkundige nalatenschap aangaande de Van Harens, ter Provinc. Bibliotheek te Leeuwarden. Mengelwerk in Leeuwarder Courant van 9 en 16 Februari 1836. |
Leeuwarder Courant - Februari 1836 en 14 November 1869. |
Letteroefeningen - van 1770 Dl. III stuk 1 blz. 237; 1770 Dl. IV stuk 1 blz. 85; 1772 Dl. I stuk 1 blz. 489; 1773 Dl. II stuk 1 blz. 252; 1774 Dl. III stuk 1 blz. 282; 1779 Dl. I stuk 1 blz. 526 en 599; 1831 No. 7. |
Leydse Courant - 1769-1779. |
The London Evening Post - 16/18 December 1746. |
Mansvelt, W.M.F. van - Onno Zwier van Haren, geen voorlooper van Multatuli (in: De Gids 1920 Dl. IV blz. 307 vlgg.). |
Meteren, Em. van - Historie der Neder-landscher ende haerder Na-buren Oorlogen ende Geschiedenissen anno 1614. |
Meijer, H. - Kort Verhaal der Ndl. Geschiedenissen (1769) Dl. III. |
Moltzer, H.E. - Hareniana. Brieven van W. en O.Z. van Haren (1876; beoordeeld in Levensbode IX 1877 blz. 546-566). |
Nauta, S. - Lijkrede op Onno Zwier van Haren (1779). |
De Navorscher - Vgl. o.a. IV (Bijblad) blz. 38; VII blz. 135, 283 en 340; VIII blz. 18. |
Nepveu, J.I.D. - Een Bijdrage tot het leven van O.Z. van Haren (in: Kroniek v.h. Historisch Genootschap te Utrecht 1867 Dl. V 3e stuk blz. 533 vlgg.) |
Nomsz, J. - Willem De Eerste (1779). |
Nuyens, W.J.F. - Een edelman onder ploerten (in: Onze Wachter 1876 Dl. II). |
Perron, E. du - Schandaal in Holland.
Een Lettré uit de XVIIIe eeuw: Willem van Hogendorp (in: Vrije Bladen 17: 4). |
Polak, H.J. - De gebroeders Van Haren (in: Studiën 1888). |
Pope, A. Essay on Man. |
Potgieter, E.J. - Brieven aan Cd. Busken Huet (Haarlem 1902). |
Scheltema, J. - Staatkundig Nederland 18051 blz. 422-423. |
| |
| |
Schoonneveldt, Ch. van - Over de navolging der klassiek-Fransche tragedie in Ndl. treurspelen der 18e eeuw (1906). Vgl. Hfdst. XLIII; blz. 78 vlgg., 89-94. |
Siegenbeek, M. - Beknopte Geschiedenis der Ndl. Letterkunde (1826) blz. 256 vlgg.; 291; 313-314. |
Staten-Generaal, Resoluties der - Vgl. Dl. I van het jaar 1761, en Secrete Resoluties over 1761. |
Stuart, M. - Vaderlandsche Historie Dl. II blz. 158-163. |
Stijl, S. - Opkomst en bloei der Vereenigde Nederlanden. Vier Zamenspraaken tusschen Oom en Neef. |
Sijpesteijn, C.A. van - Historische Herinneringen uit de XVIIIe eeuw (1869). |
Tydeman, H.W. en B.F. - Hareniana (in: Mnemosyne 1824, XIII blz. 169 vlgg.). |
Tydeman, J. - Belangrijke onuitgegeven brief van O.Z. van Haren (in: Algem. Konst- en Letterbode 1847 No. 41 blz. 227-231).
Bijvoegsels in Dl. IX van Bilderdijk's Geschiedenis des Vaderlands (blz. 316) en Dl. X (blz. 327), n.a.v. een artikel in Algem. Konst- en Letterbode 1836 No. 45. |
Verwey, A. - Jhr. O.Z. van Haren en Mr. W. Bilderdijk (1895). |
Vloten, J. van - Willem I, Prins van Oranje, door O.Z. van Haren (Schiedam 1864; Klass. Letterk. Pantheon 81). Maria Crullers en echtgenoot (in: Levensbode 1872 Dl. V blz. 81-114).
Een Edelman onder ploerten (in: Levensbode 1872 Dl. V blz. 161-204).
Hopman Daam (in: Volksalmanak, uitgeg. door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, 1873 blz. 99-101).
Leven en Werken van W. en O.Z. van Haren (1874).
Vgl. Levensbode 1874 Dl. VII blz. 152/153 en 242-252.
Busken Huet en Onno Zwier (in: Ndl. Spectator 1875 No. 29). Onno Zwiers brieven aan Heerkens (in: Levensbode 1877 Dl. IX blz. 546-566). |
Voltaire - La Henriade |
Vries, Jeronimo de - Voorrede bij de Werken van W. en O.Z. van Haren (uitg. Westerman 1824-1827).
Proeve eener Geschiedenis der Nederduitsche dichtkunde 1810 Dl. II blz. 176-231. Herdrukt in de Werken der Bat. Mij. voor Taal en Dichtkunde. |
Wal, G. de - Excerpten uit het Album Academicum te Franeker (Letterk. Leiden No. 1191 fol 37). |
| |
| |
Water, J. Te - Brieven van Onno Zwier van Haren aan - (Letterk. Leiden No. 1004). |
Westerman, M. - De Werken van W. en O.Z. van Haren (Amsterdam 1824-1827).
De Geuzen, in 24 zangen, door Jhr. O.Z. van Haren. (‘Voor de scholen’, Amsterdam 1830). |
Wieder, F.C. - De Geusen, vaderlandsch gedicht door Jhr. O.Z. van Haren (Schiedam 1858, Klass. Letterk. Pantheon 59-60). |
Winkel, J. Te - Ontwikkelingsgang der Ndl. Letterkunde Dl. V. |
Woensel, P. van - De Lantaarn voor 1801. |
Z (immerman), W. - Hareniana in 't archief van S. Oedenrode (in: Friesche Volksalmanak 1893 blz. 61-38 en 171). |
| |
Aangaande het geslacht Van Haren
Bake, C. - Eene telg der Van Harens (in: Oud Holland 1884 blz. 209 vlgg.). |
Doppler, P. - Bijdrage tot de geschiedenis der Familie Van Haren (in: De Maasgouw 1901 XXIII blz. 2). |
Dussen, van der - en Smissaert - Kwartierstaat van O.Z. van Haren (in: Genealogische kwartierstaten van Ndl. Gesl. III). |
Généalogie de la familie Van Haren (in: Annales de 1'Académie d'archéologie de Belgique 1849 VI blz. 242-251. Zeer onbetrouwbaar). |
Kalff, S. - Een dochter der Van Harens (in: Karakters uit den Pruikentijd 1902 blz. 39 vlgg.; en in: Elsevier 1901 XXII blz. 755 vlgg. |
Krul, R. - Yet-Lie (in: De Tijdspiegel 1902 Dl. II blz. 322-325). |
Loménie, L. de - Mirabeau et Madame de Nehra (in: Revue des deux mondes 1 Juni 1858 No. V blz. 574 vlgg.). Vertaald als Mirabeau en Mevrouw de Nerah (in: Algem. Konst- en Letterbode van 12 Juni 1858 No. 24). Vgl. ook Een spruit uit den stam der Van Harens op vreemden bodem verplant (in: Vaderl. Letteroefeningen 1858 Dl. II blz. 449-481). |
Navorscher - Vgl. Dl. IV blz. 38; VII blz. 135, 283 en 340; VIII blz. 18 en 353; 1866 blz. 29 en 92; 1885 blz. 164 en 286; XXXV blz. 9 en 141. |
Sandick, H.W. van - De leden en verwanten der familie van Haren in 1789 (in: Ndl. Leeuw 1908 afl. 6 kol. 169-173). |
|
|