Agon, sulthan van Bantam
(1979)–Onno Zwier van Haren– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 134]
| |
Naricht1MEn heeft gemeend tot meerder verstaanbaarheid hier te moeten doen aanmerkenGa naar voetnoot1 21. Dat by de opening van het derde Bedryf Agon gezeeten is op een 3 Throon drie of vier trappen verheven, hebbende aan syn regterhand 4 naast den Throon staan Sinan, en aan de linkerhand de Iman Ibrahim 5 met de Alcoran in de beide handen voor de borst: dat voor Sinan 6 eenigzins regts af zit Abdul op een armstoel, en op gelyke wys 7 Hassan links af voor Ibrahim. Dat voor Abdul en Hassan, aan 8 weêrkant voor ieder, langs het Toneel zitten ses Javaansche Grooten. 9 Dat het midden van het Toneel voor de Throon is bezet met drie 10 tafels, die ter rechter en linker zyde elk met een tapyt bekleed en boven 11 op ieder een kussen waar op een Kroon en Scepter legd. Dat deGa naar voetnoot11 12 middelste tafel ook bekleed en met een kussen voorzien is, waar op de 13 Iman de Alcoran open legt terwyl Agon deze woorden zegt, Iman leg 14 daar het boek, &c. Dat de beide Princen opstaan en zig elk by een 15 van de tafels aan haar zyde vervoegen wanneer Agon zegt, Treed 16 nader myne Soons, &c. 172. Dat Abdul wanneer hy zegd, En ik zal eerst.., syne Cris wil 18 uittrekken en reeds half uit heeft, wanneer Sinan die dit ziet syn CrisGa naar voetnoot18 19 schielyk uittrekt en boven 't hart van Abdul houd met die woorden, 20 hou op! dat de twaalf Javanen in dit oogenblik ook opstaande haare 21 Crissen uittrekken en om hoog houden met de oogen op Agon, die ter 22 zelver tyd, bevreest voor Abdul, uitroept, Sinan het is myn Soon! 23 Hassan slaat de hand aan de Cris, maar blyft stil staan zonder die 24 uit te trekken. Een verstandige Leeser begrypt ligt dat het natuurlyke | |
[pagina 135]
| |
25 in deezen afhangd van de levendigheid van alle die beweegingen te 26 gelyk: als meede dat na 't vertrek van de Javanen Agon afklimd van 27 de Throon: die weder weg genomen word tusschen 't derde en vierde 28 Bedryf. 293. Dat geduurende de alleenspraak van Fathema in het tweede 30 Toneel van het vierde Bedryf twee armstoelen werden gezet, om datGa naar voetnoot30 31 het derde Toneel zittende doorgaat. Saint Martin die aan de linker 32 hand zit, staat op zo als hy de woorden zegd, En Agon's wysheidGa naar voetnoot32 33 zal, &c., terwyl Agon alsdan aan de rechterhand aankoomt en blyft: 34 en dus Fathema gedurende het vierde Toneel in 't midden staat, en na 35 't vertrek van Saint Martin en de inkomst van Hassan blyft. 364. Dat Agon in het vyfde Bedryf dodelyk gekwetst inkomende ge-Ga naar voetnoot3637durende de twee laatste Toneelen gezeeten is. |
|