Noten
De in het notenapparaat genoemde archiefstukken en egodocumenten bevinden zich, tenzij anders vermeld, in de collecties van het Letterkundig Museum te 's-Gravenhage. Publicaties waarnaar incidenteel wordt verwezen, zijn niet in de literatuurlijst vermeld. Deze bevat alleen de belangrijkste voor dit deel gebruikte Ter Braak-studies en de voornaamste overige secundaire literatuur. De titels uit de literatuurlijst krijgen in het notenapparaat een verkorte verwijzing.
Aanvullingen en errata bij deel i
Het origineel van de Ter Braak-foto op het omslag van Want alle verlies is winst draagt het stempel ‘Fotografie A.M.v.d. Meulen Parkweg 40 Voorburg’. Volgens de overlevering zou de opname zijn gemaakt door Ter Braaks zuster Tine.
Het afgebeelde ex libris van Menno ter Braak blijkt, in strijd met een notitie in het Letterkundig Museum, niet van de hand van Wybo Meyer. De initialen van de ontwerper zijn van: J.W.G. t[er] B[raak].
p. 34, ‘3 juli 1903’, lees: 9 juli 1903. |
p. 44, ‘munt’, lees: penning. |
p. 53, ‘gedenkmunt’, lees: gedenkpenning. |
p. 147, ‘negentien’, lees: achttien. |
p. 228, ‘huurprijs van honderd gulden en een dubbeltje’: Ter Braak was hoofdhuurder van het bovenhuis dat hij met anderen deelde, die hem een deel van de prijs verschuldigd waren. |
p. 277, ‘januari 1925’, lees: april 1925. |
p. 417, ‘Feyders Jeanne d'Arc’, lees: Dreyers Jeanne d'Arc. |
p. 436, ‘woest’, lees: verbijsterd. |
p. 464, ‘cotomen’, lees: ‘scotomen’. |
p. 500, Aljaska: volgens Stieler's Hand-Atlas van 1878 inderdaad de toenmalige Duitse schrijfwijze van Alaska. (De editie van 1930 geeft: Alaska.) |
p. 553, de verwijzingen naar oom N.P. van Regteren Altena pp.151, 156, 159-161, 173, 174, 185, 189, 193, 306, 333 betreffen oom J.G. ter Braak. |