In 1935 was echter ook reeds door onder anderen de historicus Pieter Geyl (1887-1966) en de landmeetkundige en politicus Willem Schermerhorn (1894-1977) de vereniging ‘Eenheid Door Democratie’ opgericht, die zich veel anti-communistischer opstelde dan het Comité van Waakzaamheid, maar met 30.000 leden wel veruit de grootste van de twee was. Geen van beide bewegingen heeft echter een werkelijke politieke betekenis gehad.
De tijd van anti-amerikanisme, onpolitieke houding en neerbuigende kritiek op de democratie was voorbij. Hoe actueel zijn thans weer deze woorden: ‘Toch moet dit ons doel zijn: bewust kiezen voor betrouwbare saaiheid en de middelmatigheid van beproefde democratieën’. Dit zijn niet de woorden van Menno ter Braak, al hadden ze het heel goed wel kunnen zijn, maar van de Hongaarse schrijver Györgi Konrád, in diens boek Antipolitics verschenen vijftig jaar na Ter Braaks Politicus zonder partij. Op 6 september 1938 publiceerde Ter Braak in de krant een artikel ‘Lof der democratie’ (naar aanleiding van Thomas Manns Vom zukünftigen Sieg der Demokratie) waarin hij de volgende zelfbekentenis vervlocht: ‘De democratie is, na langen tijd een begrip voor bourgeois satisfaits te zijn geweest, weer in een stadium van “noodweer” gekomen; en dientengevolge is de eens zoo gesmade Amerikaansche democratie (hoe hebben wij haar niet verfoeid in onze jonge jaren) weer een mogelijkheid geworden, die althans dit ééne beteekent: anti-fascisme’. Met Thomas Mann (die in 1918 overigens nog een lijvig anti-democratisch boek had uitgebracht met de titel Betrachtungen eines Unpolitischen), geloofde Menno ter Braak nu vol overtuiging in de noodzaak van ‘een pleidooi voor de zedelijke waarde der democratie als intercontinentale waarde’. Thomas Mann (1875-1955), Menno ter Braak (1902-1940), Györgi Konrád (*1933): drie politieke denkers tegen wil en dank, die de democratie naar waarde hebben leren schatten en voor haar in woord en daad zijn opgekomen.