Brief van de spectatoriale reiziger (1795)
Omdat het hoofddoel van mijn afgelopen reis u overbekend is, geef ik u voorlopig alleen de beschrijving van de inwoners van een eiland waarop we een paar jaar geleden terechtkwamen. Dit Eiland, gnomonia, of Eiland der Uurwerken genaamd, wordt bewoond door wezens die in gedaante, kleur en uiterlijke werkzaamheden vrij goed overeenkomen met ons, die een vrije wil hebben en vrij kunnen werken. 't Enige verschil dat mij in het begin opviel is dat zij een opening hebben in het occiput (achterste deel van het hoofd). Die opening eindigt in het cerebellum (de kleine hersenen). Dit komt alleen niet voor bij diegenen die men clavigers (ofwel sleuteldragers) noemt. Maar die zijn op een andere manier van ons verschillend, zoals nog zal blijken.
Zoals men in de natuur algemeen kan waarnemen dat er geen overbodige holtes of leegheden bestaan tenzij dat een bepaald doel dient (vergelijk de oren, mond, neusgaten enz.), zo valt iets soortgelijks te constateren bij de werktuiglijke lichamen der Gnomonianen.
De clavigers noemen zich, in tegenstelling tot hun passieve natuurgenoten (de geperforeerden namelijk) het actieve deel der natie. De Natuur heeft hen bevoorrecht met een sleutel die aan het voorste deel der tong zit. Zij kunnen die buitengewoon vlug bewegen. Door deze mobiele sleutel bezitten zij het zeldzaam vermogen hun passieve medeburgers - of die nu hoog of laag, arm of rijk zijn - naar willekeur op te winden. Ze noemen dat daar: het op een akkoordje gooien. De daad stemt niet zeer overeen met die benaming, want de daad van opwinding lijkt erg veel op de daad van het opwinden van een horloge.
Toch zijn de passieve Gnomonianen niet zó uurwerkelijk (als ik dat woord gebruiken mag) als de actieven zich dat soms verbeelden. Men heeft er voorbeelden van kunnen zien dat zelfs de hoogstgestemden met inspanning van al hun krachten