Het zilver van de uilen(1991)–Robin Hannelore– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 86] [p. 86] Poëzie in de wind De storm, een wilde gisting, bruist, borrelt en schuimt groen en grijs in orgelpijpen van pijn, in hoorns van uitgestorven dieren. De storm heeft geen vingers, maar altijd vertakkende tentakels die stenen oplichten en uilen uit de wilgen huilen. Het licht valt uit. Geen zon meer in de drank. Duisternis en chaos en bulderende rolluiken, alsof alles moet afgebroken worden, gesloopt tot op de grond. Ach, de veiligheid van de piramiden, de stilte van de dood, de illuzie van de struisvogel. Ach, de effenheid van het niets. Niet langer schuren, harken, klemmen, klauteren, beuken, maar strelen: de onhoorbare groeven van het papier, de witte muziek van de eeuwigheid. Vorige Volgende