Vaarwel gele schrijver(1994)–Robin Hannelore– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 109] [p. 109] De kleindochter van de schilder (voor Beatrijs Lombaerts) Veel te gauw was ze uitgekeken op haar pop en op de egels aan de achterdeur. Er stond een wijnboom ook en een rode hazelaar. En achter het stuifmeel van de dennen speelden rare wezens verstoppertje die ze met vinnige vingers te voorschijn riep op de stoep en op de raamdorpels. Hij nam haar mee naar het wonder van het eekhoorntjesbrood en van de klad- schilderende zon in de eiken en van de ultieme mystiek in het ven. En toen de stenen mensen oprukten en hij zover niet meer kon lopen en zij bang werd voor roofridders, openbaarde ze al die oude geheimen wit-zwart, met helderziende vingers, met het puntje van de tong tussen de lippen, Beatrijs met de goddelijke moedervlek in de hals. Beatrijs die, weer in het klooster, het alarmklokje luidde over de Kempen. Vorige Volgende