Het koekoeksspog(1978)–Robin Hannelore– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] Denkend aan de dood in de Kempen Is het de wulp die al vliegend Helder water gorgelt Of de kalkwitte bovist Met zijn bloedstelpend vermogen Door een dodelijke schuimcicade geblazen Ik weet niet waarom ik aan de dood denk Ik weet enkel hoe ik het sterven Proefondervindelijk wil leren kennen Te midden van het abeelkleurige koren Bij warhoofdige wind Of op de berm als de regen Het reukgras bovenzinnelijk doet geuren Of onder de iepen als de storm Boventijdse hoorns blaast Is het mijn schaduw die Bij valavond tien tot twintig meter ver reikt En die me bang maakt voor mezelf Of de rosse vleermuis die Door mijn aura bliksemt Ik weet niet waarom ik aan de dood denk Gebogen over de glinsterende kokon Op een hennepnetel Terwijl de onmenselijk blauwe libellen Onttrokken aan de zwaartekracht Zo hemels gelukkig zijn En de mierenleeuwen met zandkorrels schieten Om hun argeloze prooien In de helse valkuil te doen tuimelen Sterven is zo doodgewoon Voor stervelingen in de Kempen. Vorige Volgende