Het koekoeksspog(1978)–Robin Hannelore– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] In 1971 stierven er om vooralsnog ongekende redenen ruim 100 bijenkolonies in de Kempen In de argeloze lente van dit vervloekte jaar Begon het laatste ijzermaal te stinken in de Kempen De simpele imkers liepen schreiend in hun kaproenen rond Met de handen vol dode bijen In de zomer stonden de esdoorns en de lijsterbessen Grienig van liefdesmart aan de bosrand Vleugels van vlinders sprinkhanen en krekels Waaiden als stof langs de gevels En de vliegen lagen dood op mijn papier De mensen luisterden ziek van angst Naar het worstelende groen In het dwangbuis van de schurftige wind Verdorde mussen en padden rolden over de wegen Kom liefste laat ons heengaan uit de Kempen Ik heb een naar voorgevoel Morgen liggen de kinderen dood Onder de kale bomen in de speeltuinen Van de verstikte dorpen Ik wil dat niet beleven liefste Wij kunnen het niet helpen wij hebben geen angels Wij kunnen nooit optornen Tegen de steekpenningen van de verbeeste domkoppen Kom liefste laat ons heengaan uit de Kempen Want dichters zijn als bijen Zij bevruchten de woorden En morgen liggen wij wellicht dood Een koningin en een dar bij een dode taal. Vorige Volgende