De heksenvlecht(1987)–Robin Hannelore– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] Kokmeeuw Daar lag hij dan, een kokmeeuw, zo maar in een vette weide. De rode poten en snavel vertoonden geen teken van lijden. Sterven in de witte lente: hoe kan dat nu? stond ik te denken. Zo'n witte hondsvot in april hoort niet bij de godsgeschenken. Het parelblauw van zijn zwing heb ik bedroefd gestreeld. De dood is een heel zacht ding. Mijn handen zijn vereelt. En ver boven de beemden hing de zon als een dode zeelt. Vorige Volgende