De heksenvlecht(1987)–Robin Hannelore– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] Luiaard Ik hang dolgraag in de oudste boom bij het ouderhuis kersen te plukken. Ik beweeg me als een luiaard, sloom, met onverhoedse felle rukken. De pitten regenen in het zand, de zomer spat open tussen mijn tanden. Ik zag nergens een teken aan de wand, ik nam wat ik kreeg met beide handen. Dit is mijn Kempense houding, mijn geloof in vandaag en de dag van morgen. Ik was blind en ook steeds doof voor wat zogezegd diende opgeborgen. Ik plukte kersen van stroof tot stroof, de pitten moeten maar voor morgen zorgen. Vorige Volgende