Mijn benul
(1974)–Jan Hanlo– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 151]
| |
Praeter rerum ordinemGa naar eindnoot*
Heilig Kerstfeest van het wonder
Van het Kindje met een hoofdletter.
Van de goede wijze Jozef
De verloofde van Maria.
Die verbijsterd zich maar afvroeg
Of hij beter kon verdwijnen.
Zonder wonder is gezonder
Zie maar naar de wetenschap.
Die floreert ook zonder Kerstmis
En de Kerk floreert niet erg.
Wilt ook gij misschien heengaan?
Heer, naar wie zouden we gaan?
Kerstrozen kerststerren. De bleke kerstrozen winteralbino's
De rode kerstster (-plant op briefkaart).
Het dunne bolle zilverglas
Magnesium kerststerretjes (sparklers wunderkerzen).
De handige maar later o zo rijke boom. Groengeverfde kippenveren
Geplakt om buigbaar ijzerdraad (weet u nog wel).
| |
[pagina 152]
| |
Matblauwe pauwtjes met zachte lange kwast-staart
Van rechtlijnig glaswol.
De rode en gele korte tulpjes
Het rode crêpepapier om de bloempotjes.
De geur van lucifers en van dovende rode
Groene gele of witte gedraaide kaarsjes.
Of ook het elektrisch kleurend kaarsennet
Voor latere kinderen. De grote pompoen.
Al dat en alle wonderen zullen voor God
En voor de kleintjes niet zo vreemd zijn.
Niet zo moeilijk. En niet zo verschillend
En er zullen steeds weer nieuwe kinderen zijn.
Daarom zal het oude trouwe Kerstfeest
Wel niet zo gauw verdwijnen.
Trouwens zou zelfs u, progressiefste priesters
Dat willen?
Want wat is godsdienst zonder wonder?
Voor zonder wonder is er toch ook nog het gebied van de wetenschap?
|
|