Op excursie
Ik zat er dan toch eindelijk op. Eén stukje het nikkelen staafje aan mijn rechterhand verzet, en nog krachtiger werd ik voortgestuuwd. Onder mij een regelmatig gedaver. Eindelijk had ik dan toch gedaan gekregen voor 'n middag 'n motorfiets te mogen huren in een Valkenburgsche garage. En 't was 'n fijne. Ik trof 't bijzonder: een zware F.N.
Het was de tweede keer dat ik op 'n motor zat. Er is geen kunst aan: langzaam inkoppelen op de 1e versnelling, gas, ontkoppelen, 2e versnelling, gas, ontkoppelen, 3e versnelling, vol gas, en je davert vooruit terwijl je haren fladderen door de wind. Ik was in 'n echte gezellige stemming, behaaglijk zittend op het breede zadel, de handen aan het breede stuur. De Daelhemerweg maar op, die is niet zoo steil, ik kon hem best halen op de groote versnelling. Nu maar rechts de weg naar Maastricht op. Toen die rechte weg voor me lag dacht ik: ik moest er toch 's eventjes een beetje opleggen, de weg is zoo stil. Maar ik had thuis uitdrukkelijk beloofd niet hard te zullen rijden, en om me nu zomaar van die belofte niets aan te trekken, nee, dat ging toch niet. Enfin, dan maar wat langzamer, 't is tóch plezierig. Zoo reed ik uren door Zuid-Limburg. De motor deed 't prachtig, de banden waren goed hard, ik had er werkelijk de smaak van beet.
Het werd zoowat etenstijd en ik was op weg naar huis, tusschen Klimmen en Hulsberg, dus juist in een dal, toen opeens de motor onregelmatig begon te loopen. Hij begon te paffen en algauw stond ik stil. Een doodsche stilte viel me ineens op 't