Muggen
Ik sliep vannacht in een hotel. Er waren zoveel muggen.
- Ja? -
Ja het was verschrikkelijk.
- O ja? Was er niets tegen te doen? -
Ik weet niet, het was verschrikkelijk. Honderden.
- Zo. -
Ja, daar waren honderden muggen.
- Ja dat zei je al. Nou, in ieder geval je leeft nog. -
Er waren er zo veel. Ik vond het iets vreselijks.
- Dat weet ik wel, het is erg vervelend. Denk er maar niet meer aan.-
Er waren er minstens honderd. Ontzettend veel.
- Praat 's over wat anders, ja? Nou, ik moet in ieder geval weg. Gegroet. -
Er waren er geen.
- Wat? Geen muggen? -
Nee, er waren geen muggen in mijn kamer.
- Waarom ben je me dan de hele tijd aan het vertellen dat je zoveel muggen in je kamer had. -
Och, er waren er misschien wel een paar. Misschien zelfs tamelijk veel.
- Waren er nou muggen of geen muggen in je kamer? - Geen.
- Nou, hou het daar dan op en schei erover uit. -
Ik had er een heleboel. Wel honderd. Honderden.
- Gegroet. -