Orthodoxe knipoog
Als men tegenwoordig wenst aan te geven dat men als katholiek nog gelooft wat men 10 jaar geleden geloofde, is het nodig het woord ‘orthodox’ te gebruiken. Men is ‘orthodox katholiek’. Anderen zijn ‘vrijzinnig katholiek’.
Nu willen wij - ook de orthodoxen - allemaal wel eens vrijzinnig zijn, en we zíjn het ook op onze tijd. Allemaal hebben we wel ons privé taboe-opruiminkje gehouden, hebben we ons een beetje ademruimte geëlleboogd die we nodig hadden of meenden te hebben.
En daarom moeten de orthodox-vrijzinnigen (want ik zeg: vrijzinnig zijn wij allemaal) niet te gauw gaan afgeven op de recente vrijzinnigen.
Natuurlijk is het jammer dat de vrijzinnigheid bij ieder - en bij iedere groep - niet identiek is! Ieder heeft zo zijn eigen vrijzinnigheid, nou ja er is wel een zeker clubverband, groepsverband beter gezegd. Maar ach, ook groepen zijn immers vaak niet erg homogeen.
Ik wil alleen maar zeggen: laten de ‘orthodoxen’ hun eigen privé-vrijzinnigheden niet helemaal vergeten vooraleer ze treuren om de nieuwe vrijzinnigen, die nu eenmaal hún vrijzinnigheid weer een aardige creatie vinden.