Veerstraat(2001)–Marijke Hanegraaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] Wazig maar scherper Zo verbaasd alsof hij het vandaag heeft gehoord, alsof hij niet een van de verkenners van de theorie is, zegt Edward Witten dat we eindelijk beseffen uit supersnaren te bestaan. Zoals hij het uitlegt komt het me voor dat de snaartheorie er altijd is geweest, dat hij ze teruggevonden heeft, als een fossiel. Op een schoolbord tekent hij de snaren; scherp wetend hoe wazig ze zijn kan hij ze niet waziger tekenen, een tekening is te log, zonder Och! - eerder een ketening van het soort waartoe onze tijd met nu en straks behoort (anders dan bij het ontstaan, met tijd karig als ruimte en zo vaag dat je niet kunt spreken over een ontstaan). Supersnaren zijn behoorlijk klein, vergis je niet in het woord. Edward Witten vindt ze subtiel. Ze zijn een fraaie gedachte. Lijk ik op mijn snaren? Bewegen de snaren van bepaalde muziek zoals de mijne en is het daarom mijn lievelingsmuziek? Edward Witten stemt me zo blij als hij eruitziet. Het is een geruststelling te weten dat de wereld wazig is. Vorige Volgende