Veerstraat(2001)–Marijke Hanegraaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 26] [p. 26] Een beetje wilde lucht Wat in de dampkring ontstaat of vergaat - Nu de centrales hun stroom inhouden, de hitte de mensen bedrukt en de tweede zoon binnenkomt, hij en zijn broer, en zegt: ik heb twee haantjes gered van de slacht. Nu in een ziekenhuisbed door het verstikkende weer een oude vrouw sterft. Nu hij schrikt: ik zou nog hibiscus voor haar kopen. Let op de kleur, zei ze als van zwanebloem in de uiterwaarden. Zijn broer zegt: zou ze nog bang zijn? Nu hij de haantjes voor zich ziet die opgewonden hun omgeving verkenden, hij en zijn broer, zijn broer kraait het eerst, zwak en vragend. Hoor je hoe mooi? zei ze. Zwanebloem: warmteminnend en beschermd. Zijn broer zegt: zou ze nog pijn hebben? Nu de verheveling toeslaat: [pagina 27] [p. 27] een koning in een geel gewaad die in een estafette van donderslagen de laatste adem uit haar borst rukt. Onweer is het vangnet van de dood. Bliksem geleidt de levenden van de aarde naar de hemel. Vorige Volgende