Veerstraat(2001)–Marijke Hanegraaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] Traverse Starend naar een halfgezonken bootje ervaar ik het water in het kanaal als dof, als de kelder van de hemel. Dood- stil sta ik. Mijn leven krimpt tot een stip. Mensen met tevreden gezichten vissen in het water. Ze omringen me met ziekmakende muziek, ik kijk van hen weg. In de verte staan fietsers te wachten voor een stoplicht. Ik vermoed in hen het dreunende verkeer van meningen. Ze wuiven die mijn richting uit. Daar komen ze, wind in de rug, ze kiezen grappen als voertuig naar mijn droefheid. Ik vrees ze, ik vrees de verweking van mijn verdriet, het zal zich verliezen in geruststelling. Ik sloop hierheen. Ik schuif mijn stip door de traverse. Vorige Volgende