Aanteekeningen
Het samenstellen van een lijst van werken bleek nog niet mogelijk. Helaas waren niet alle verzamelingen toegankelijk. Bovendien heeft Karsen door de onvolledigheid van alle gegevens, die hij zelf of anderen op lijsten aanteekende, het samenstellen van een overzicht zeer bemoeilijkt.
Maten zijn bijna nimmer vermeld. De titels, waar hij met opzet iedere preciseering uit weerde, welke te veel aan de topographische werkelijkheid zou herinneren, zijn bij verschillende werken soms geheel gelijk. De aanduiding van de stemming gaat bij hem boven de aanduiding van het onderwerp. Hij was daar zeer nauwkeurig mee, maar het belet het nageslacht, bepaalde werken te identificeeren.
De catalogus van de tentoonstelling van E.J. van Wisselingh en Co. (toen Spui 23, Amsterdam - 1895) bevatte 64 nummers.
Een met potlood genummerde lijst van werken in commissie bij Van Wisselingh, ten deele door Karsen zelf in een exemplaar van den catalogus aangeteekend en doorgenummerd, geeft nog 32 werken aan, zoodat omstreeks dien tijd ongeveer 96 schilderijen van Karsen aanwezig zijn geweest. Een catalogus van een expositie bij Frans Buffa van 1901 vermeldt 38 werken, welke voor het grootste gedeelte kunnen worden teruggevonden op de oude lijst van Van Wisselingh. De werken, die Karsen voor zijn groote tentoonstelling bij Fred Muller in September 1922 verzamelde en waar hij zijn belangrijkste werk bijeenbracht, telde 97 werken. Daaronder bevonden zich talrijke werken, die voorkwamen in de tentoonstellingen bij Van Wisselingh (1895) en Buffa (1901). De gevolgtrekking, dat de moeilijke jaren voor 1900 ook vruchtbare jaren zijn geweest voor Karsen en dat na 1900 verhoudingsgewijs minder werken zijn ontstaan, leek gewettigd. Een tentoonstelling in den Rotterdamschen Kunstkring bevatte 36 werken (door de firma C.M. van Gogh in den herfst van 1928 gezonden), volgens den titel meerendeels oude werken.
Teekeningen heeft Karsen weinig gemaakt. Een teekening in het bezit van Ir W. Koopman herinnert aan een schilderij uit het Rijksmuseum Kröller-Müller (buurtje bij avond). De familie Lobry de Bruijn-Karsen bezit een groote teekening voor het schilderij van het Begijnhof. Zijn schetsboeken liet hij aan niemand zien. De in dit boek getoonde worden voor het eerst gereproduceerd. Hij dateerde nooit.
Zeer vroege schilderijen van Karsen komt men zelden tegen. Een werfje in tegenlicht geschilderd (bezit Ir W. Koopman) lijkt uit een meer impressionnistische periode, vrijer en bewogener van factuur dan de meeste schilderijen van Karsen. Hij heeft er later weer aan gewerkt (o.a. het vuurtje). Karsen is geschilderd door Bobeldijk, door Jan Voerman en geteekend (met dophoed en profil) door J. Teixeira de Mattos.
Een lijst van zijn etsen:
1. | Boerenerf met (leege) hooischelf. 18 × 14 cm |
2. | Pad met slootje en bruggetje (molen op achtergrond). (Hiervan bestaat ook een schilderij in het bezit van Mevr. L.d.B.). 15 × 11 cm |
3. | Boerenerfje met schelven en huisje. 15.5 × 12.4 cm |
4. | Avonddonker (silhouet v. kop v. molen boven daken). 24.5 × 15 cm |