| |
| |
| |
Bibliographie en Geraadpleegde Literatuur
| |
| |
Bibliographie.
Het journaal van Hendrick Hamel is door drie Hollandsche uitgevers in 't licht gegeven: Jacob van Velsen te Amsterdam, Johannes Stichter te Rotterdam, en Gillis Joosten Saagman te Amsterdam.
Hier worden eerst de beide drukken van Jacob van Velsen beschreven, die alleen het eigenlijke journaal geven zonder de beschrijving van Corea; daarna de geïllustreerde uitgaaf van Stichter, die de beschrijving zelfstandig op het journaal laat volgen. Deze drie drukken hebben het jaartal 1668; zij zijn dus verschenen, toen de schrijver nog niet in het land teruggekomen was.
Daarop volgen de drie drukken van Saagman, die geen jaartal dragen, en waarin de landbeschrijving deel uitmaakt van het reisverhaal.
Na deze zes uitgaven volgt het korte overzicht van de reis in het werk van Montanus, in 1669 verschenen, en de Fransche en Duitsche uitgaven van 1670 en 1672, en ten slotte de 18e-eeuwsche verzamelwerken, waarin het reisverhaal is opgenomen.
| |
De Nederlandsche uitgaven.
JOURNAEL, // Van de ongeluckighe Voyagie // van 't Jacht de Sperwer/ van Batavia ghedestineert na Tayowan/ in 't // Jaer 1653. en van daer op Japan; hoe 't selve Jacht door storm op het // Quelpaerts Eylandt is gestrant/ ende van 64. personen/ maer 36. // behouden aen het voornoemde Eylant by de Wilden zijn gelant: // Hoe de selve Maets door de Wilden daer van daen naer het // Coninckrijck Coeree zijn vervoert/ by haer genaemt Tyo-//cen-koeck; Alwaer sy 13 Jaren en 28 dagen in slaver-//nye onder de Wilden hebben gezworven/ zijnde in die // tijt tot op 16. na aldaer gestorven/ waer van 8 Per-//sonen in 't Jaer 1666. met een kleyn Vaertuych // zijn ont- | |
| |
komen/ latende daer noch 8. Maets // sitten/ ende zijn in 't Jaer 1668. in het // Vaderlandt gearriveert. // Alles beschreven door de Boeckhouder van 't voornoemde // Jacht de Sperwer/ genaemt // Hendrick Hamel van Gorcum. // [Schip in houtsn.] // Tot Amsterdam/ gedruckt by Jacob van Velsen/ in de Kalverstraet/ // aen de Ossesluys/ Anno 1668.
8 bladen, sign. A2-A5, 4°, afwisselend Gothische en Romeinsche letter.
Op de keerzijde van den titel bovenaan de ‘Namen van de acht Maets die van 't Eylandt Coeree af gekomen zijn.’ en de ‘Namen van de acht Maets die daer noch zijn.’ Daaronder begint het Journael, dat ook de 14 volgende bladzijden geheel vult. De eerste bladzijde bijna geheel in Romeinsche letter, de tweede geheel Gothisch, en zoo verder afwisselend; het laatste stuk is met heel kleine Romeinsche letter gedrukt.
De beschrijving van Corea ontbreekt in deze uitgaaf.
Exemplaar in de bibliotheek van het Indisch genootschap te 's-Gravenhage.
JOURNAEL, // Van de ongeluckighe Voyagie // van 't Jacht de Sperwer/ van Batavia ghedestineert na Tayowan/ in 't // Jaer 1653. en van daer op Japan; hoe 't selve Jacht door storm op het // Quelpaerts Eylandt is gestrant/ ende van 64. personen/ maer 36. // behouden aen het voornoemde Eylant by de Wilden zijn gelant: // Hoe de selve Maets door de Wilden daer van daen naer het // Coninckrijck Coeree zijn vervoert/ by haer genaemt Tyo-//cen-koeck; Alwaer zy 13 Jaren en 28 dagen in slaver-//nye onder de Wilden hebben gezworven/ zijnde in die // tijt tot op 16. na aldaer gestorven / waer van 8 Per-//sonen in 't Jaer 1666. met een kleyn Vaertuych // zijn ontkomen/ latende daer noch 8. Maets // sitten/ ende zijn in 't Jaer 1668. in het // Vaderlandt gearriveert. // Alles beschreven door de Boeckhouder van 't voornoemde // Jacht de Sperwer/ genaemt // Hendrick Hamel van Gorcum.//[Schip in houtsn.] // Tot Amsterdam/ Gedruckt by Jacob van [Velsen/ in de Kalverstraet/] // aende Ossesluys/ An[no 1668.]
8 bladen, sign. A2-A5, 4°, afwisselend Gothische en Romeinsche letter.
Op de keerzijde van den titel bovenaan de ‘Namen van de acht Maets die van 't Eylandt Coereé af gekomen zijn.’ en ‘De Namen van de Maets die noch daer zijn.’ Daaronder begint - in Gothische letter - het Journael, dat ook de volgende 14 bladzijden geheel vult. In afwijking van den hiervoor beschreven druk is de eerste tekstbladzijde in Gothische letter; verder komen beide overeen. Ook hier is het laatste stuk met heel kleine Romeinsche letter gedrukt.
De beschrijving van Corea ontbreekt ook in deze uitgaaf.
Exemplaar in de Bibliotheek der Universiteit van Amsterdam. Van den titel ontbreekt een stuk, waardoor ook enkele tekstregels aan de keerzijde verlies geleden hebben.
| |
| |
JOURNAEL, // Van de Ongeluckige Voyagie van 't Jacht de Sperwer/ van // Batavia gedestineert na Tayowan/ in 't Jaar 1653. en van daar op Japan; hoe 't selve // Jacht door storm op 't Quelpaarts Eylant is ghestrant/ ende van 64. personen / maar 36. // behouden aan 't voornoemde Eylant by de Wilden zijn gelant: Hoe de selve Maats door // de Wilden daar van daan naar 't Coninckrijck Coeree sijn vervoert/ by haar ghenaamt // Tyocen-koeck; Alwaar zy 13. Jaar en 28. daghen/ in slavernije onder de Wilden hebben // gesworven/ zijnde in die tijt tot op 16. na aldaar gestorven/ waer van 8. Persoonen in // 't Jaar 1666. met een kleen Vaartuych zijn ontkomen/ latende daar noch acht // Maats sitten/ ende zijn in 't Jaar 1668. in 't Vaderlandt gearriveert. // Als mede een pertinente Beschrijvinge der Landen/ Provin-//tien/ Steden ende Forten/leggende in 't Coninghrijck Coeree: Hare Rechten/ Justitien // Ordonnantien/ ende Koninglijcke Regeeringe: Alles beschreven door de Boeck-//houder van 't voornoemde Jacht de Sperwer/ Ghenaamt // Hendrick Hamel van Gorcum. // Verciert met verscheyde figueren. // [houtsnee: de schipbreuk van de Sperwer] // Tot Rotterdam, // Gedruckt by Johannes Stichter/ Boeck-drucker: Op de Hoeck // van de Voghele-sangh/ inde Druckery/ 1668.
16 bladen, 20 + 12 bladzijden, sign. A-D, 4o, Gothische letter.
Op de keerzijde van den titel de beide naamlijstjes (opschriften en spelling-eigenaardigheden als in de laatst beschreven uitgaaf-van Velsen). Het journaal vult blz. 3-20. In den tekst 7 tamelijk grove houtsneden, voorstellende de gevangenneming (blz. 5), strafoefening (blz. 8), overvaart in vier Coreaansche schepen (blz. 9), gehoor bij den Koning (blz. 11), dwangarbeid (blz. 13), vlucht in een scheepje (blz. 18), aankomst bij de Hollandsche vloot in Japan (blz. 20). Na het Journael volgt een nieuwe titel:
Beschryvinge // Van 't Koninghrijck // Coeree, // Met alle hare Rechten, Ordon-//nantien, ende Maximen, soo inde Politie, als // inde Melitie, als vooren verhaelt. // [Ornamenthoutsnede] // Anno M.DC.LXVIIJ.
Op de volgende bladzijden (2-12) de tekst, met ornamenthoutsnede aan het slot.
Exemplaren in de Kon. Bibl. te 's-Gravenhage, in de Univ.-bibl. te Leiden en te Amsterdam, en in de verzameling-Mensing te Amsterdam.
Naar een exemplaar van deze uitgaaf gaf de heer J.F.L. de Balbian Verster in 1894 een overzicht van de lotgevallen der schipbreukelingen en van de beschrijving van Corea in Eigen Haard (blz. 629, 646) o.d.t.: Dertien jaar gevangen in Korea, met facs. van den titel en 6 van de prenten, en in Het Nieuws van den dag (1 en 9 Oct.) o.d.t.: Hollanders in Korea, ondert. Toeridjéné.
't Oprechte JOURNAEL, // Van de ongeluckige Reyse van 't Jacht de // Sperwer, // Varende van Batavia na Tyowan en Fer-//
| |
| |
mosa/ in 't Jaer 1653. en van daer na Japan/ daer // Schipper op was Reynier Egbertsz. van Amsterdam. // Beschrijvende hoe het Jacht door storm en onweer op Quelpaerts Ey-//lant vergaen is/ op hebbende 64. Man/ daer van 36. aen Lant zijn geraeckt/ en gevan-//gen genomen van den Gouverneur van 't Eylant/ die haer als Slaven na den Coninck // van Coree dede voeren/ alwaer sy 13. Jaren en 28. dagen hebben in Slaverny moeten blij-//ven/ waren in die tijdt tot op 16. nae gestorven: Daer van acht persoonen in 't Jaer 1666. // met een kleyn Vaertuygh zijn 't ontkomen/ achterlatende noch acht van haer Maets: // En hoe sy in 't Vaderlandt zijn aen gekomen Anno 1668. in de Maent July. // [Schip in houtsn.] // t' Amsterdam, Gedruckt // By Gillis Joosten Saagman, in de Nieuwe-straet/ // Ordinaris Drucker van de Zee-Journalen en Landt-Reysen.
20 bladen, 40 genumm. bladzijden, sign. A-E,4o, Gothische letter, 2 kolommen.
Op de keerzijde van den titel een groote houtsnede, de Faam, door van Sichem, die reeds voor verscheiden oudere Journael-uitgaven van Saagman is geplaatst. De graveursnaam op den aardbol is nu vervangen door het woord d'Atlas. Onder de prent een zesregelig versje:
Ghy die begeerigh zijt yets Nieuws en vreemts te lesen,
Kond' hier op u gemack, en in u Huys wel wesen,
En sien wat perijckelen dees Maets zijn over g'komen,
Haer Schip dat blijft door storm, gevangen zijns' genomen,
In een woest Heydens landt; in 't kort men u beschrijft
Den handel van het volck, d'Negotie die men drijft.
Hier nae een Beter.
Op Pag. 3 begint de Korte Beschrijvinghe van de Reyse. In enkele regels wordt de afvaart van Texel (10 Jan. 1653) en de aankomst voor Batavia (1 Juni) verhaald, en daarna evenals in het handschrift-journael en in de andere uitgaven, het vertrek van Batavia (18 Juni) en de verdere reis. In de redactie zijn over 't geheel slechts kleine verschillen met het handschrift en met de andere drukken. De beschrijving van Corea staat hier op hare plaats midden in het journaal, evenals in het handschrift (pag. 18-33). Op den kant zijn jaartallen en korte inhoudsopgaven geplaatst, en op pag. 30-31, in de opsomming van de dieren, is eene beschrijving ingevoegd, met twee groote prenten van de olifanten die in Indië zijn en van de crocodillen of kaymans die ‘hier te lande’ veel zouden gevonden worden. Een kantteekening geeft aan, dat dit is eene ‘Nota tot vervullinghe van dese twee pagiens’. Het journaal eindigt niet, zooals in de andere drukken, met de aankomst in Japan, maar geeft evenals het handschrift, in enkele regels bericht van het verblijf aldaar, het verhoor voor het vertrek (maar zonder den tekst van het verhoor), van de reis naar Batavia, met toevoeging van de behandiging van het journaal aan ‘den Generael’, van de afreis en de aankomst te Amsterdam op 20 Juli 1668. De beide naamlijstjes volgen.
In den tekst 6 prenten - 5 gravures en een houtsnede - uit den voorraad van Saagman: Op p. 4: een schipbreuk, vroeger gebruikt in de reis van Bontekoe; op pag. 7: het optrekken van een stoet gewapenden, een wagen met twee paarden, en twee kameelen, naar een versterkte plaats; op pag. 13: gevangenen voor een Oostersch vorst gebracht; op pag. 22 ‘Straffe der Hoereerders’ uit de 2e reis van Van Neck; in de bladvulling op p. 30 een groote olifant in houtsnee, door Saagman
| |
| |
reeds in zijn uitgaaf van Linschoten's Itinerario gebruikt, en op p. 31 een groote gravure, een landschap met krokodillen en casuarissen voorstellende.
Exemplaren in de Kon. Bibl. te 's-Gravenhage en in de verzameling-Koch te Rotterdam.
JOURNAEL // Van de ongeluckige Reyse van 't Jacht de // Sperwer, // Varende van Batavia na Tyowan en Fer-//mosa/ in 't Jaer 1653. en van daer na Japan/ daer // Schipper op was Reynier Egbertsz. van Amsterdam. // Beschrijvende hoe het Jacht door storm en onweer ver-//gaen is/ veele Menschen verdroncken en gevangen sijn: Mitsgaders // wat haer in 16. Jaren tijdt wedervaren is/ en eyndelijck hoe // noch eenighe van haer in 't Vaderlandt zijn aen geko-// men Anno 1668. in de Maendt July. // [Houtsnee met 2 schepen] // t' Amsterdam, Gedruckt // By Gillis Joosten Saagman, in de Nieuwe-straet/ // Ordinaris Drucker van de Zee-Journalen en Landt-Reysen.
20 bladen, 40 genumm. bladzijden, sign. A-E, 4o, Gothische letter, 2 kolommen.
Op de keerzijde de Faam met het gedichtje als in ‘'t Oprechte Journael’. Ook de tekst komt doorgaans, behoudens onbeduidende spellingverschillen, letterlijk overeen. Op p. 7 is een andere gravure geplaatst: een fort aan den waterkant, en de bladvulling op p. 30/31 is veranderd. De groote krokodillenprent is door een kleinere afbeelding van een ‘Krockedil’ vervangen, de kantteekening die de bladvulling als zoodanig aanwees, is weggelaten, en ook van de olifanten wordt gezegd, dat ze ‘hier’ zijn. De beide beschrijvingen zijn iets uitvoeriger gemaakt om de ruimte te vullen.
Exemplaar in de verzameling-Mensing te Amsterdam.
JOURNAEL, // Van de ongeluckige Reyse van 't Jacht de // Sperwer, // Varende van Batavia na Tyowan en Fer-//mosa/ in 't Jaer 1653. en van daer na Japan/ daer // Schipper op was Reynier Egbertsz. van Amsterdam. // Beschrijvende hoe 't Jacht door storm en onweer op Quelpaerts Eylant // vergaen is/ op hebbende 64 man/ daer van 36 aen landt zijn geraeckt/ en gevangen ghe-//nomen van den Gouverneur van 't Eylandt/ die haer als Slaven na den Koningh van // Coree dede voeren/ alwaer sy 13 Jaren en 28 daghen hebben in slaverny moeten blijven; // waren in die tijdt tot op 16 na gestorven: daer van 8 persoonen in 't 1666. met een kleyn // Vaertuygh t' ontkomen zijn/ achterlatende noch 8 van haer Maets: En hoe sy in 't // Vaderlandt zijn aen-gekomen/ Anno 1668. in de Maent Julij. // [Schip in houtsnee.] // t' Amsterdam, // By Gillis Joosten Zaagman, in de Nieuwe-straet/ // Ordinaris Drucker van de Zee-Journalen en Landt-Reysen.
20 bladen, 40 genumm. bladzijden, sign. A-E, 4o, Gothische letter, 2 kolommen.
| |
| |
Op de keerzijde de Faam met het gedichtje als in de beide andere uitgaven van Zaagman. Ook de tekst komt over het geheel bladzijde voor bladzijde overeen. Op pag. 7 het fort aan den waterkant; op p. 22 is de prent weggelaten; op p. 23, waar van de reverentie voor de afgoden sprake is, is een groote gegraveerde afbeelding ingevoegd, ontleend aan de reisverhalen van Linschoten en Houtman (zie Werken Linsch.-vereen. VII, blz, 124); de geheele bladvulling met de beide prenten (olifant en krokodil) op p. 30/31 is weggelaten; daarvoor is op p. 30-32 (4 kolommen) ingevoegd eene ‘Beschrijvinghe van des Konings Gastmael’ uit de ‘Javaense Reyse gedaen van Batavia over Samarangh na de Konincklijcke Hoofd-plaets Mataram, in den jare 1656’, uitgegeven te Dordrecht in 1666. Het gastmaal van den Sousouhounan, Grootmachtighste Koninck van 't Eyland Java is zonder eenige aanwijzing naar Corea overgebracht.
Exemplaar in de Pruisische Staatsbibliotheek (Kgl. Bibliothek) te Berlijn, afkomstig van de Instelling voor ond. in de taal-, land- en volkenk. van Ned. Indie te Delft.
| |
Het overzicht van de reis bij Montanus.
Gedenkwaerdige gesantschappen der Oost-Indische Maatschappy in 't Vereenigde Nederland, aan de Kaisaren van Japan. Door Arnoldus Montanus. t' Amsterdam By Jacob Meurs 1669.
In dit werk, in folio, in twee kolommen gedrukt, wordt op p. 429-436 een kort verhaal gegeven, aan het journaal van Hamel ontleend, beginnende met de schipbreuk, en eindigende met de aankomst der geredde mannen op ‘Disma’.
| |
De Fransche en Duitsche uitgaven.
RELATION // du // naufrage // d'un vaisseau holandois, // Sur la Coste de l' Isle de Quel-//paerts: Avec la Description // du Royaume de Corée: // traduite du Flamand, // Par Monsieur Minutoli. // A Paris, // Chez Thomas Jolly, au Palais, // dans la Salle des Merciers, au coin // de la Gallerie des prisonniers, a la // Palme & aux Armes d' Holande. // M.DC.LXX. // Avec privilege du Roy.
Ook met ander uitgevers-adres:
RELATION // du // naufrage //..... // A Paris, // Chez Louys Billaine, au second // Pilier de la grande Salle du Palais, // à la Palme, & au grand Cesar. // M.DC.LXX. // Avec privilege du Roy.
4 ongenummerde bladen (titel, avertissement en privilege); 165 genumm. bladzijden (sign. A-O), 12o, Rom. letter.
De tekst komt deels met de uitg. van Stichter, deels met die van Saagman overeen. Het journaal begint met de afvaart van Texel, en eindigt op pag. 100 met de terugkomst te Amsterdam en de twee naamlijstjes. De beschrijving van Corea is afzonderlijk na het journaal geplaatst (p. 101-165), evenals bij Stichter; de olifanten worden echter vermeld, en de crocodillen uitvoerig beschreven naar Saagman (p. 107-108). Op de laatste blz. (166) opgaaf van drukfouten.
Exemplaren in de Univ.-bibl. te Amsterdam (de beide varianten) en te Leiden, en bij de firma Mart. Nijhoff te 's-Gravenhage.
| |
| |
Deze redactie van het werkje is herdrukt in den Recueil de voyages au Nord, Amst. 1715, en in Engelsche vertaling opgenomen in de groote 18e-eeuwsche Engelsche verzamelingen van reizen, en daarnaar weer vertaald in het Fransch, Nederlandsch en Duitsch. Zie hierna.
Wahrhaftige // Beschreibungen // dreyer mächtigen Königreiche/ // Japan, // Siam, // und // Corea. // Benebenst noch vielen andern/ im Vorbe-//richt vermeldten Sachen: // So mit neuen Anmerkungen/ und schönen // Kupferblättern/ // von // Christoph Arnold/ // vermehrt/ verbessert/ und geziert. // Denen noch beygefüget // Johann Jacob Merkleins/ // von Winsheim/ // Ost-Indianische Reise: // Welche er im Jahre 1644 löblich angenommen/ und im // Jahre 1653 glücklich vollendet. // Samt einem nothwendigen Register. // Mit Röm. Käys. Majest. Freyheit. // Nürnberg/ // In Verlegung Michael und Joh. Friederich Endters. // Im Jahre M.DC.LXXII.
Deze algemeene titel staat op het tweede blad. Het eerste geeft eene gegraveerde voorstelling, waarop de titels der voornaamste in het boek opgenomen werken: Fr. Carons Japan. Iod. Schouten Königreich Siam. J.J. Merkleins Ost-Ind: Reisbuch. Hendr. Hamels Corea. Onderaan: P. Troschel sculp.
24 + 1148 + 36 bladzijden, 8o, Hoogduitsche letter, kopergravures. Op bladz. 811 de titel:
JOURNAL, // oder // Tagregister/ // Darinnen // Alles dasjenige/ was sich mit einem // Holländischen Schiff/ das von Batavien aus/ // nach Tayowan, und von dannen ferner nach Japan, // reisfertig/ durch Sturm/ im 1653. Jahre gestrandet, // und mit dem Volk darauf/ so in das Königreich Corea, // gebracht worden/ nach und nach begeben/ ordent-//lich beschrieben/ und erzehlet wird: // von // Heinrich Hamel/ von Gorkum/ // damaligem Buchhalter/ auf demjenigen // Schiff/ Sperber genant. // Aus dem Niederländischen verteutschet.
Op de keerzijde de korte inhoud, aan den titel van de Hollandsche uitg. ontleend, met de beide naamlijstjes (p. 812/813). Voorts het journaal (p. 814-882), overeenkomende met de uitg. Van Velzen, zonder de landbeschrijving en zonder prenten; met noten, deels aan Montanus ontleend. Op p. 883-900 volgt Martin Martins Bericht von der Halbinsel Korea... Verteuscht.
Exemplaar in de Universiteits-bibliotheek te Amsterdam.
| |
Het journaal in de groote verzamelingen van reizen.
(gedeeltelijk naar Cordier, Bibliotheca Sinica.)
A collection of voyages and travels. 4 vol. London, John Churchill 1704. fo.
| |
| |
In vol. IV, p. 607-632; en ook in de latere uitgaven 1732, 1744/45 (IV p. 719-742), 1752:
An account of the shipwreck of a Dutch vessel on the coast of the Isle of Quelpaert, together with the Description of the Kingdom of Corea. Translated out of French.
Naar de uitgaaf van 1732 is de tekst, met kleine correcties, herdrukt in:
Corea, without and within. By William Elliot Griffis. Philadelphia 1884. - Second ed. ibid. 1885.
Een onveranderde herdruk in: Transactions of the Korea Branch of the Royal Asiatic Society Vol. IX, 1918, met ‘foreword’ onderteekend door den president Mark Napier Trollope, Bishop in Corea, waarin twijfel wordt uitgesproken, of het herdrukte exemplaar zonder titelblad uit de collectie Churchill was of uit een der hierna beschrevene.
Navigantium atque Itinerantium Bibliotheca: or, a compleat collection of voyages and travels. By John Harris. 2 vol. London 1705. fo. (2 kol.).
In de Appendix op p. 37-40:
An Account of the Shipwreck of a Dutch Vessel upon the Coast of the Isle of Quelpaert; with a Description of the Kingdom of Corea in the East Indies. Also of the tedious Captivity of 36 Men, who got ashore upon that Isle; and of the Escape of 8 of 'em to Japan, and thence to Holland. First publish'd in that Country by the Clerk of the Ship, who was one of them that escap'd: since Translated and Abridg'd.
Het verkorte verhaal vermeldt de schipbreuk, op reis van Batavia naar Japan, en eindigt met den terugkeer in Holland op 20 Juli 1668. Daarop volgt de beschrijving van Corea, eveneens zeer verkort, zonder de olifanten en krokodillen.
Recueil de voyages au Nord. A Amsterdam, chez Jean Fréd. Bernard 1715; nouv. éd. 1732. 8o.
In deel IV (p. 243-347 in de uitg. van 1782):
Relation du naufrage d'un vaisseau Hollandois, sur la côte de l'Isle de Quelpaerts: avec la description du Royaume de Corée.
Herdruk van de vertaling van Minutoli.
A new and general collection of voyages and travels, consisting of the most esteemed relations which have been published in any language. By Mr. John Green. 4 vol. London, Astley 1745-47. 4o.
In vol. IV p. 239-347 het reisverhaal van Hamel, met de beschrijving van Corea, naar de collection van Churchill.
Histoire génerale des voyages, ou nouvelle collection de toutes les
| |
| |
relations de voyages qui ont été publiées jusqu' à présent, par l' abbé Prévost. (voortgez. door de Querlon en de Surgy) 20 vol. Paris 1746 - 89. 4o.
De eerste deelen zijn vertaald naar de Engelsche coll. an Green. Er bestaat ook een uitg. in 12o in 80 deelen. Van 1747-80 verscheen een uitg. in Den Haag in 25 deelen in 4o, deels rechtstreeks naar Green vertaald, deels uit andere bronnen aangevuld, deels naar de Parijsche uitgaaf.
In vol. VIII (1749) p. 412-429:
Voyage de quelques Hollandois dans la Corée, avec une relation du Pays et de leur naufrage dans l'Isle de Quelpaert.
Historische Beschryving der reizen. 21 deelen. 's Gravenhage, by Pieter de Hondt. 1747-1767. 4o.
Nederlandsche uitg. van de Hist. gén. des voyages. In dl. X (1750) p. 18-48:
Schipbreuk van eenige Hollanders, op 't Eiland Quelpaert, in Koréa, en hun Berigt van de Landstreek.
Allgemeine Historie der Reisen zu Wasser und Lande. 21 Bde. Leipzig, bey Arkstee und Merkus 1748-1774. 4o.
Duitsche bewerking van de Hist. gén. des voyages. In Bd. VI (1750) p. 573-608:
Reisen einiger Holländer nach Korea, nebst einer Nachricht von dem Lande, und von ihrem Schiffbruche an der Insel Quelpaert. Durch Heinrich Hamel. Aus dem Französischen übersetzt.
A general collection of the best and most interesting voyages and travels of the world. By John Pinkerton. 17 vol. London 1808-1814. 4o.
In vol. VII p. 517:
Travels of some Dutchmen in Korea; with an account of the country, and their shipwreck on the Island of Quelpaert. By Henry Hamel. Translated from the French.
|
|