Goedkenning der Theologische Faculteit in de Akademie Te Franeker.
SR. François Halma, veele jaaren herwaart zyne Drukpersse hebbende besteet ten grooten nutte en cieraad van de Republyk der Letteren, en anderzins overvloedige blyken gegeven van zyne loffelyke geoefentheit in de Nederlandtsche Taale en Dichtkunde, heeft aan de Theologische Faculteit der Academie van Frieslandt te Franeker vertoont Davids Harpzangen, op nieuw door hem berymt, ten dienste van de Kerke. De genoemde Faculteit heeft dezelve op verscheidene plaatzen ingezien, en ter toetse gebragt; en ten opzichte van het Stoffelyke bevonden niet af te weiden van het Heilige Woordt, de Regelmate onzes Geloofs, in onze Nederlandtsche Overzettinge uitgedrukt; maar wel met groot genoegen gemerkt, dat gemelde Overzettinge, zoo veel doenlyk, op eene verstantryke en ongedrongene wyze, meest met de eigene woorden der zelve, in den Rym is behouden. De Rym zelve oordeeltze, naar de maate haarer kennisse in dezen, te zyn van de beste soorte; keurlyk; gemakkelyk; wel vloeyende; in onverbasterde Moeder-taale opgestelt; en in diervoegen gericht, dat, zonder aanstoot, met aangenaamheit, stichtinge, en opmerkinge des geestes van een ieder gelezen, of in zang gebruikt kan worden. De Faculteit durft ook wel uit dezen hoofde dit nieuwe Werk boven veele andere gelyke aan de Gemeinten des Heeren in deeze Landen aanpryzen; en wenscht, dat de Auteur door des Heeren zegen die vrucht mag zien van dezen pryswaardigen arbeit zyns verstants, dat de Liefhebbers van de Dicht- en Zang-kunst daar door in grooten getale verwekt mogen worden om zich in 't Boek der Psalmen, een schat en bundel van Goddelyke en Geestelyke wysheit, te verlustigen, tot waarachtige vereeniginge des herten met Godt, aandachtige bespiegelinge zyner wegen, en voorbereidinge tot de volmaakte vertroostinge en blydschap des Hemels, een Psalm- en Zangschoole der Heiligen.
Franeker, den 4 Maart 1707.
C. VITRINGA. Vice-Dec.
JOHANNES van der WAEYEN, Joh. Fil.
S. S. Theol. Dr. & Professor.