475 Uytenhage de mist, Johan
Meurs (Duitsland), maart-april 1636 - 's-Gravenhage, 5 september 1684
In 1641 legde Uytenhage de Mist op ongeveer vijfjarige leeftijd de eed af als leenman van Johan van Wassenaar voor Oost-Duyvesteyn in Voorburg. In 1656 ging hij studeren in Leiden en promoveerde in november 1663 in Utrecht in de rechten. Het volgend jaar liet hij zich als advocaat registreren bij de Hoge Raad van Holland en Zeeland, maar gezien zijn vermogen is het de vraag of hij een drukke praktijk nodig had.
a De stadthouderlijke regeeringe in Hollandt en West-Vrieslant. Dat is: een kort en bondig verhael van de gedenkwaerdigste daden en wercken der Hollantse stadthouders; aenvang nemende met het stadthouderschap van Prins Willem den I en eyndigende met de doodt van Prins Willem de II ... Amsterdam 1662 [90 pp.; 12o en 8o].
Anoniem verschenen. De editie in 8o heeft een andere spelling op het titelblad.
b Begin, voortgang ende eind der vrye, ende der gewaande erf-gravelike bedieninge, in Holland ende West-Vriesland. Amsterdam 1683 [486 pp.; 8o].
Anoniem verschenen.
c Vertoog van de algemeene vryheydt der Staten van Hollandt ende West-Vrieslandt, onder en gedurende de bedieninge onser graaven. Opgestelt door N.N. Beminner der gemeene vryheyt. S.l. 1684 [32 pp.; 4o].