435 Schijn, Hermannus
(Amsterdam?), 3 augustus 1662 - Amsterdam, 25 november 1727
Volgens Van der Aa en het NNBW werd Schijn in Amsterdam geboren, maar blijkens zijn inschrijving aan de universiteiten van Leiden (1679) en Utrecht (1681) was hij afkomstig uit Rotterdam. Schijn studeerde geneeskunde en promoveerde in 1682. Hij vestigde zich als geneesheer te Rotterdam. Daarnaast studeerde hij theologie en in 1686 werd hij leraar bij de doopsgezinden. In die functie trok hij in 1690 naar Amsterdam.
a Korte historie der protestante christenen, die men Mennoniten of doopsgezinden noemt, waar in niet alleen hunne oorsprong en voortgang, maar ook (na eenig onderzoek op de herkomst van het woort wederdoopers) inzonderheit hun duidelyk onderscheit van de Munstersche wederdoopers, en alle andere oproermakers, in Duitslant en elders, klaar en overtuigelyk wort aangewezen. Amsterdam 1711 [77 pp.; 8o].
b Historia christianorum, qui in Belgio Foederato inter protestantes Mennonitae appellantur; in qua, praeter eorum originem, progressum, statum hodiernum, et fidei confessionem, simul ostenditur ingens inter hos, et anabaptistas Germanos et Monasterienses, discrimen; adjecta accurata disquisitione, de antiquitate baptismi proselytorum inter Judaeos. Amstelodami 1723 [328 pp.; 8o].
Dit werk is een door Schijn zelf vertaalde en sterk vermeerderde uitgave van a.
Geschiedenis der protestantsche christenen in 't Vereenigd Nederland genoemd Mennoniten ... Zynde daar by gevoegd een naauwkeurig onderzoek wegens de oudheid van den doop der joodengenooten onder de jooden. Amsterdam/Utrecht 1727.
Deze vertaling door Matthys van Maurik werd op de markt gebracht omdat de uitgave van 1711 (zie: a) uitverkocht was.
c Historiae Mennonitarum plenior deductio, in qua de origine, nominibus, differentiis, dogmatibus propriis et peculiaribus, confessionibus, auctoribus, itemque de hodierno in Belgio Foederato statu eorum christianorum, qui, a Mennone Simonis Mennonitae appellantur, fusius agitur. Amstelaedami 1729 [365 pp.; 8o].
Postuum verschenen, misschien door de zorg van M. van Maurik.