408 Rue, Pieter de la
Middelburg, 30 mei 1695 - Middelburg, 1 december 1770
Vrijwel onmiddellijk na zijn rechtenstudie te Leiden werd De la Ruë schepen van Middelburg (1718). Een jaar later ging hij ook de ambten van raad, thesaurier en voorzitter van het college van kleine zaken bekleden. In 1725 werd hij rekenmeester van Zeeland. Vanaf 1741 sloeg echter de krankzinnigheid, die zich reeds in 1720 had gemanifesteerd, opnieuw toe en in 1759 moest hij als rekenmeester worden ontslagen. Behalve de onderstaande werken schreef hij vele gedichten.
a Geletterd Zeeland, verdeeld in drie afdeelingen, bevattende in zig de schryvers, geleerden en kunstenaars, uit dien staat geboortig, met bygevoegd levensverhaal der voornaamste onder dezelve ... Middelburg 1734 [354 pp.; 4o], 1741 (verm.).
Het werk is vervolgd door F. Nagtglas.
b Staatkundig en heldhaftig Zeeland, verdeeld in twee afdeelingen, bevattende in zig de vermaardste mannen van staat en oorlog, die daar uit voortgesprooten zyn ... Middelburg 1736 [274 pp.; 4o].
Het werk is vervolgd door F. Nagtglas.