Romeinse en Griekse oudheden. In 1780 werd zijn leeropdracht gewijzigd en doceerde hij algemene en vaderlandse geschiedenis en oudheden en ‘historia litteraria’, waaraan later, op hoge leeftijd, statistiek werd toegevoegd. In 1798 werd hij ook nog belast met de zorg voor de bibliotheek. Jarenlang was De Rhoer de spil van het Groningse gezelschap Pro excolendo iure patrio en lid van de Hollandsche Maatschappij en het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Hij was de vader van Cornelis Willem de Rhoer*.
a Otium Daventriense sive selecta de templis Romanorum et observationes in loca quaedam sacra ac profana. Daventriae [1762] [348 pp.; 8o].
b Oratio de fructu, qui ex antiquitatis patriae studio in omne doctrinarum genus redit ... Groningae 1770 [43 pp.; 4o].
c Het hijemael geheget over eenen doodslag, of manier van rechtspleginge omtrent eenen nedergeslagenen, in Overijssel, en andere oorden van Nederland, oudtijds gebruikelijk. Nagespoort, en uit een tot hier toe onuitgegeven handschrift nader verklaart, door J.d.R.P.G., in: Verhandelingen ter nasporinge van de wetten en gesteldheid onzes vaderlands ... door een genootschap te Groningen Pro excolendo jure patrio, I (1773) 369-449 [8o].
d Disquisitio de Dorestado Batavorum, a Normannis vexato ac direpto; in qua viri amplissimi B.H. sententia examinatur, piratarumque eorum expeditiones illustrantur, in: Verhandelingen uitgegeven door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen te Vlissingen, V (1776) 324-422 [8o].
Verhandeling over het door de Noormannen ontrust en geplonderd Dorestadum, in: Verhandelingen uitgegeven door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen te Vlissingen, V (1776).
e Vetus ius Frisicum, in: Verhandelingen ter nasporinge van de wetten en gesteldheid onzes vaderlands... door een genootschap te Groningen Pro excolendo jure patrio, III (1781) le stuk, Analecta, i-xxx [8o].
f Onderzoek of de Germanen oudtyds, halsstraffen uitgeoeffend, en menschen geofferd hebben, in: Verhandelingen ter nasporinge van de wetten en gesteldheid onzes vaderlands... door een genootschap te Groningen Pro excolendo jure patrio, IV (1796) le stuk, 1-48 [8o].
g Disceptatio historica, de temporis divisione et notis, quibus in diplomatibus et actis publicis usi olim sunt Batavi ... Groningae 1806 [93 pp.; 8o].
h Eene plaatselyke beschryving van Westwoldingerland, benevens de dorpen Bellingwolde en Blyham, en 't gene verder tot dien rechtstoel behoort, in: Landt-recht van