394 Rengers van ten post, Johan
Ten Post (Fivelgo, prov. Groningen), 5 maart 1542 - Ten Post, 18 september 1626
Johan Rengers kreeg zijn eerste onderwijs van Regnerus Praedinius in Groningen en studeerde in Leuven (1559-1564) en Duitsland. Op 1 november 1577 werd hij met andere Ommelander jonkers en leden der Staten in Groningen gearresteerd; eerst een jaar later ontvluchtte hij. Na het verraad van Rennenberg verbleef hij in ballingschap in Oost-Friesland. Hier begon hij te werken aan zijn geschiedenis, die in handschrift onder anderen door P. Bor* is geraadpleegd. Na de Reductie van Groningen keerde hij naar de stad terug en werd er met hoge functies bekleed. Hij was onder andere lid van de gewestelijke Staten en afgezant ter Staten-Generaal, later ook nog lid van de Raad van State, en mede-oprichter en curator van de Groningse universiteit.
a Extract wth verscheiden historien cronycken und andern scrifften, mit etlichen so wenig mogelicken anwysingen, alle denende tho verclaringe van den gestallt und umstenden des kleinen Frieslandes gemeenlich nu genoempt etliche jaren her d'Umlanden tusschen der Eemse unde Lauwersze ... Oeck etliche dingen van den Fresen int gemein. Daarbovens alle de handlingen heemlicheiden und krigen de bij Con. Mat. Philippi tijden wth orsaken van religie und politie in den Nederlanden sich mererdeel verlopen hebben, sunder den welcken de umlanschen geschichten niet konen verstaen offt geordelt worden, in: Werken van den Ommelander edelman Johan Rengers van Ten Post. H.O. Feith, ed. 3 dln. Groningen 1852-1853, I-II [376 + 381 pp.; 8o].
b Van den standt, politie offte regiment der Ommelanden tusschen d'Eemse ende Lauwerse voor den voorbunde, by den verbonde tot anno 1521, ende onder den princen, in: Werken van den Ommelander edelman Johan Rengers van Ten Post. H.O. Feith, ed. 3 dln. Groningen 1852-1853, III [108 pp.; 8o].