363 Orville, Jacques Philippe d'
Amsterdam, (ged.) 29 juli 1696 - Haarlem, 4 september 1751
D'Orville, die afkomstig was uit een vooraanstaande koopmansfamilie, bezocht het gymnasium en het Athenaeum Illustre en legde zich op aandringen van P. Burman Sr.* toe op de studie van de oudheid. In 1715 schreef hij zich in te Leiden in de theologie, maar promoveerde uiteindelijk aldaar tot doctor in de beide rechten in 1721. De rechtspraktijk boeide D'Orville echter niet blijvend; hij ondernam wetenschappelijke reizen naar Frankrijk, Engeland en Italië. In 1730 werd hij benoemd tot hoogleraar in de geschiedenis en welsprekendheid aan het Amsterdamse Athenaeum en hij verwierf zich een grote naam. Burman Sr. stelde hem aan tot de mede-uitgever van de Miscellaneae observationes in auctores veteres et recentiores. 10 tom. Amstelaedami 1732-1739. Na de dood van Burman zette D'Orville de reeks voort onder de titel: Miscellaneae observationes criticae novae in auctores veteres et recentiores. 12 tom. Amstelaedami 1740-1751. Voor beide reeksen leverde hij zelf ook vele bijdragen. In 1742 deed D'Orville afstand van zijn leerstoel ten gunste van Petrus Burmannus Secundus.
a Oratio in centesimum natalem illustris Amstelaedamensium Athenaei. Amstelaedami 1732 [40 pp.; fo]; Amstelodami 1832.
De uitgave van 1832 was ter gelegenheid van het tweede eeuwfeest van het Athenaeum Illustre en verscheen onder de titel: Illustris Amstelodamensium Athenaei memorabilia, prodita deinceps oratione Iacobi Philippi d'Orville in centesimum Athenaei natalem et Davidis Iacobi van Lennep in altera Athenaei saecularia, accedente item Lennepii in utramque orationem annotatione.
Redenvoering over het eerste eeuwgety der doorluchtige schoole van Amsterdam. Amsterdam s.a.
b Sicula, quibus Siciliae veteris rudera, additis antiquitatum tabulis, illustrantur. Petrus Burmannus Secundus, ed. Amstelaedami 1764 [612 pp.; fo].