26 Barlaeus, Caspar
Antwerpen, 12 februari 1584 - Amsterdam, 14 januari 1648
Als kind werd Barlaeus via Leiden en Zaltbommel naar Brielle meegenomen, waar hij de Latijnse school bezocht. In 1600 begon hij zijn studie in de theologie te Leiden. Vanaf 1608 was hij predikant te Nieuwe Tonge. In 1612 subregent van het Statencollege geworden, weerde hij zich in de partijstrijd voor de remonstranten, terwijl hij in 1618 te Leiden ook professor in de logica werd. Het jaar daarop werd hij uit beide functies verwijderd en bracht hij een jaar in Frankrijk (Caen) door, waar hij ook zijn doctoraat in de medicijnen behaald moet hebben. Barlaeus voorzag in zijn levensonderhoud door lesgeven en werd in 1631 hoogleraar in de geschiedenis der wijsbegeerte in Amsterdam. Hij heeft zeer veel Latijnse gedichten en lofredenen geschreven en het werk van de Spaanse geschiedschrijver Antonio de Herrera in het Latijn uitgegeven.
a Rerum per octennium in Brasilia et alibi nuper gestarum, sub praefectura illustrissimi comitis I. Mauritii, Nassoviae, etc. comitis, nunc Vesaliae gubernatoris et equitatus Foederatorum Belgii Ordd. sub Auriaco ductoris historia. Amstelodami 1647 [340 pp.; fo]; Clivis 1660, 1698.
Brasilianische Geschichte, bey achtjähriger in selbigen Landen geführeter Regierung seiner fürstlichen Gnaden Herrn Johann Moritz, Fürstens zu Nassau etc. Cleve 1659.
Nederlandsch Brazilië onder het bewind van Johan Maurits, grave van Nassau 1637-1644. Historisch-geografisch-etnographisch. S.P. l'Honoré Naber, ed. 's-Gravenhage 1923.
História dos feitos recentemente praticados durante oito anos no Brasil e noutras partes sob o governo do ilustrissimo Joao Maurício conde de Nassau. Rio de Janeiro 1940.