Reize te voet door het eiland Ceilon
(1810)–J.G. Haffner– AuteursrechtvrijJ.G. Haffner, Reize te voet door het eiland Ceilon. Johannes Allart, Amsterdam 1810
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Universiteitsbibliotheek Gent, signatuur: BIB.HER.002421, scans van Google Books
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Reize te voet door het eiland Ceilon van J.G. Haffner uit 1810.
redactionele ingrepen
p. 5: nit → uit: ‘deden mij ontwaken, - en ik trad uit de tent’.
p. 136: bet → het: ‘dat deze lieden somtijds het geluk hebben’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (II, IV, t.o. 73, t.o. 141, t.o. 409, 468) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
REIS
DOOR HET EILAND
CEILON.
[pagina III]
REIZE
TE VOET DOOR HET EILAND
CEILON.
DOOR
J. HAAFNER.
MET PLAATEN.
in een Boekdeel.
TE AMSTERDAM, bij
JOHANNES ALLART.
MDCCCX.
[pagina VII]
INHOUD.
I. HOOFDSTUK. | |
Mijne vlugt van Madras over Tranquebaar naar Ceilon. - Aankomst te Jaffanapatnam. - Mijne levenswijze aldaar. - De passo de Catchaï. - Lof der Zonne. | Bladz. 1. |
II. HOOFDSTUK. | |
De zucht tot reizen. - Geheime wensch. - Onverwachte vervulling. - Mijne reismakkers. - De oppa. | 17. |
III. HOOFDSTUK. | |
Droefheid van Anna. - Verdeeling van |
[pagina VIII]
ons gepak. - Vertrek. - Aankomst te Calmonie. - De Tiirmiin. - Huwelijkstooneelen van den Bakker. - Ongesteldheid van den Kuiper. - Aankomst te Ponorijn. | Bladz. 39. |
IV. HOOFDSTUK. | |
Vreesselijke ontmoeting met eenen beer. - Shoumberongonde. - Onvoorzigtigheid. - Polverencadou. - Het woud des nachts. - De Apen. - De Ronkedoor. | 68. |
V. HOOFDSTUK. | |
Aankomst te Palliar. - ‘Pillie, aya!’ - Droevig toeval en verijdeling van het geheele plan. - De verrotte stam. - Vedativé. - Vrolijk gezelschap aldaar. - Jagt der Vadah's. - Gevecht met eenen tijger. - Aankomst te Mantotte. | 97. |
VI. HOOFDSTUK. | |
Aankomst te Bangala. - Onaangenaam voorval aldaar. - Moeijelijke weg - De bramin van Calaar. - Woedend |
[pagina IX]
gevecht van twee wilde buffels. - Vreesselijk levensgevaar. - Vertrek. Morgam. - De tijgerreuk. - Onaangename legerplaats. | Bladz. 123. |
VII. HOOFDSTUK. | |
Het gelukkige schot. - De verraderlijke vijand. - Heldhaftigheid van den Bakker. - De bloedzuigers. - De nachtegaal van Ceilon. - Het schoone woud. - Opeenstapeling van tegenspoeden. - Verschrikkelijk onweder. | 160. |
VIII. HOOFDSTUK. | |
De krokodillen. - Gevaarlijke overtogt. - De Oedoembo. - De vriendelijke Asjaulie. - Golgom. - ‘Polonga! Polonga!’ - Poetlan. - Madompe. - Aankomst te Chilaw. - De Heer van der weijden. - Chilaw. - De bruiloft. - Vertrek. | 185. |
IX. HOOFDSTUK. | |
De Ambelam van Marewille. - De edel- |
[pagina X]
moedige vijanden. - Staaltje van de Singaleesche Taal. - De vriendelijke Pastoor. - Kwalijk geslaagde onderneming der Hollanders, tegen den Keizer van Condé-oeda. - Negombo. - De afvallende Kokosnoot. - Het lusthuis van den Dessave kock. - Levensgevaar van den Kuiper. - Aankomst te Colombo. | Bladz. 216. |
X. HOOFDSTUK. | |
Vermakelijke levenswijze te Colombo. - Geheim verlangen. - Manuel de cruz. - Zonderlinge voorslag. - Weigering. - Heilzame raad van den Kuiper. - Vertrek van Colombo. - Beschrijving dier plaats. | 247. |
XI. HOOFDSTUK. | |
Nacht van tegenspoeden. - Werigoer. - Het land na den regentijd. - Woedend gevecht. - Onaangenaam nachtverblijf te Negombo. - Misnoegdheid van den Kuiper. - Scheiding van denzelven. - Herhaalde aanzoeken van den Portugees. - Toestemming. - Aankomst te Chilaw. | 275. |
[pagina XI]
XII. HOOFDSTUK. | |
Aanvang van eenen gevaarvollen togt. - Het eerste levensgevaar. - Voortzetting der reize. - Aankomst en intrede in het groote woud. - Moeijelijkheden, hindernissen, tegenspoeden en gevaren. - Het vreemd geluid. - De moedige beer. | Bladz. 304. |
XIII. HOOFDSTUK. | |
Verdubbeling der zwarigheden. - Gevaarvolle nacht. - Treurige toestand en voortzetting der reize. - De verhevene slaapplaats. - De krengen. - Te vroege blijdschap. - Onvoorziene hinderpaal. | 334. |
XIV. HOOFDSTUK. | |
Vruchtelooze pogingen ter overtogt. - Wanhopige onderneming. - Beklagenswaardig uiteinde van den Portugees. - Allerakeligste toestand. - Treurige overdenkingen, en zwaarmoedige gepeinzen. | 361. |
XV. HOOFDSTUK. | |
Verschrikkelijke nacht. - De gehorende |
[pagina XII]
spin. - Het onweder. - IJsselijke ontwaking. - Voortzetting der reize. - Herlevendigde hoop. - Wanhopige toestand. | Bladz. 381. |
XVI. HOOFDSTUK. | |
De Pambou-rajah. - Gewaagde sprong. - Wonderbare redding. - Moedbenemende vooruitzigten. - De afgrijsselijke stem. | 404. |
XVII. HOOFDSTUK. | |
Gevaarlijke bergbestijging. - De slang. - De nevel. - De val. - De kuikendief. - Trage vordering. - De aangename vond. | 425. |
XVIII. HOOFDSTUK. | |
Wanhopig vooruitzigt. - Flaauwe straal van hoop. - Te leurstelling en laatste poging. - Het kanaal. - De Oedoembo. - Redding. - Manioppoe. - Aankomst te Poetlan en Jaffanapatnam. - Besluit. | 448. |