Azuren holte(1964)–Jos de Haes– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] Avond en morgen [pagina 25] [p. 25] I Geen dingen heb ik ooit begrepen, niet de dynamo, niet de haat, niet het vernuft van rake knepen. Ook Christus niet - maar dat is nu te laat. De kwijl van een behaarde geitelip, de warmte onder een appelboom van biggen die welgeschapen zijn uit vaders rib, zijn mij genoeg om bij te liggen 's avonds. Maar als ik in de morgen stuik bij mijn collega's op 't geboden uur, wat ben ik dan, hoe sta ik daar ineens met opgebonden botten, een dungetakte dorenstruik tegen een witgekalkte muur, als een Kretenzer gapend naar verlichte pinksterpolyglotten. Vorige Volgende