Het paradys der geestelijcke en kerckelijke lof-sangen, op de principaelste feest-dagen des gheheelen jaers
(1679)–Aegidius Haeffacker– AuteursrechtvrijOp de wijse: Als 't begint. | |
[pagina 683]
| |
DEvote herten wilt vreughde rapen,
Aensiet hoe schoon is des Hemels schijn:
Siet doch, van niet heeft hy 't al gschapen:
Denckt dan hoe schoon moet den Schepper zijn.
Siet, &c.
Aensiet de kruyden seer groene spruyten,
Die daer genesen sieckt' en pijn:
Aensiet haer schoonheyt, en haer virtuyten:
Denckt dan hoe schoon moet den Schepper zijn.
Aensiet, &c.
Aensiet de Lelien wijt ontloken,
Thijmus, Lavender, Roosemarijn:
Aensiet de Rooskens vol soete roken:
Denckt dan hoe schoon moet den Schepper zijn.
Aensiet, &c.
Siet al de bloemkens met goed verstande,
Den siecken zijn sy een medecijn,
Siet haer coleuren menigerhande:
| |
[pagina 684]
| |
Denckt dan hoe schoon moet den Schepper zijn.
Siet, &c.
Aensiet de Boomen met al haer vruchten,
En die wijngaerden met haren wijn:
Aensiet de vogelkens in der luchten:
Denckt dan hoe schoon moet den Schepper zijn.
Aensiet, &c.
Siet den gesteenten van groter weerden,
Die klaerder blincken dan cristallijn,
Siet alle schoonheyt op deser eerden:
Denckt dan hoe schoon moet den Schepper zijn.
Siet, &c.
Siet ghy de Menschen schoon van lighame,
Fraey van fatsoen ende leden fijn,
Suyver van aensigt, oogen bequaeme:
Denckt dan hoe schoon moet den Schepper zijn.
Suyver, &c.
Aensiet de Sonne en Mane schoone
Aensiet de Sterren van klaren schijn:
Siet hoe sy blincken aen 's Hemels throone,
Denckt dan hoe schoon moet den Schepper zijn.
Siet, &c.
| |
[pagina 685]
| |
Hoort ghy hier konstig op d'Orgel spelen,
Op instrumenten, Musijck divijn:
Hoort ghy oock singen met soete kelen:
Denckt hoe soet sal 't in den Hemel zijn,
Hoort, &c.
Alle vreughdt die men hier mag bedrijven,
En mag maer dueren een kort termijn:
Maer sy sal in der eeuwigheyt blijven
Voor die by Godt in den Hemel zijn.
Maer, &c.
Laet ons de werelt geheel versaken,
Met al haer boosheyt na Godts doctrijn:
Soo sullen wy in den Hemel smaken
Hoe soet en schoon dat het daer sal zijn.
Soo, &c.
Lof zy den Schepper der creaturen,
Die alle dingen geschapen heeft:
Glori' zy hem nu en t'aller uren
Die 't onderhoudt en voedsel geeft.
Glori, &c.
|
|