Het paradys der geestelijcke en kerckelijke lof-sangen, op de principaelste feest-dagen des gheheelen jaers
(1679)–Aegidius Haeffacker– AuteursrechtvrijOp de wijse: O Heyligh eeuwigh Godt. pag. 234.
ICk magh wel klaghen Heer'
En schreyen langhs te meer,
| |
[pagina 622]
| |
Dat ick u all' mijn daghen
Vergramt heb alsoo seer:
In 's wereldts lof en eer'
Hadd' ick al mijn behagen.
Vergramt, &c.
Den Mammon triumphant
Met weelden abondant,
Heeft my (o Heer) bedrogen:
Het vleesch aen d'ander kant,
De wereld inconstant,
Sy hebben al gelogen.
Het, &c.
Door haren boosen raed,
Wierd' ick seer obstinaet,
En in mijn quaet gepresen:
Tot allen over-daed,
Tot alle sonden quaed
Wild' ick altijd een wesen.
Tot, &c.
Ick heb de wereld wijd
Gedient soo langen tijd:
Noyt was mijn hert te vreden,
Maer vol van haet en nijd,
Met eenen zwaren strijd,
Vervult met bitterheden.
Maer, &c.
Ick wil my keeren af:
Want 't is al stof en kaf,
Om mijn ziel te verliesen:
Het is al verckens draf,
| |
[pagina 623]
| |
Vol stancks, gelijck een graf,
De deught die wilt ick kiesen.
Het is, &c.
Ick bidd' u Vader mijn,
Wilt mijns genadigh zijn,
Door uw' vijf roode wonden:
Weert my het helsch fenijn,
Weest mijnen Medecijn:
Ick ben een vat vol sonden.
Weert, &c.
O Vader eeuwigh Godt,
O Godt van Sabaoth,
Wilt my, o Heer, toch leeren,
Want ick ben slecht en bot,
Ghy zijt het beste lot,
Tot u wil ick my keeren.
Want, &c.
Ick roep u Vader aen,
Als eenen Publicaen,
Wilt my, o Heer, ontfermen:
Van 't quaet wil ick af-staen,
So David heeft gedaen:
Aenhoort mijn bitter kermen.
Van, &c.
Al zijn mijn sonden groot,
En wegen zwaer als loot,
Wilt my, o Heer, Ontladen:
Wilt door uw bitter doodt,
My helpen uyt den noot,
| |
[pagina 624]
| |
Want groot zijn uw' genaden.
Wilt, &c.
Ick bidd' u Jesu soet,
Al door u dierbaer bloed,
Wilt my uw' graci' geven:
Helpt my uyt 's werelds vloet:
Schenckt my dat Hemels goed,
't Welck is het eeuwig leven.
Helpt, &c.
Oorlof mijn Broeders al,
Al komt gy tot den val,
Keert u tot God hier boven:
Want hy u maken sal
Een kind van sijn getal,
Om hem altijds te loven.
Want, &c.
|
|