Het paradijs der geestelijke en kerkelijke lofzangen (onder pseudoniem Salomon Theodotus)
(1638)–Aegidius Haeffacker– Auteursrechtvrij
[pagina 705]
| |
Op de wijse: O saligh heyligh Bethlehem, &c. 29.
O Mensch, o edel creatuer,
Van Godt na Godes beeldt gheschapen:
Ghy zijt van hem een schoon figuer:
Wilt toch uw' kroone niet verslapen.
Ghy zijt, etc.
Wilt ghy dan wesen wel bedacht,
En eeuwigh u met Godt verblijden:
Soo neemt op u gheloof wel acht,
En alle secten wilt vermijden.
Soo, etc.
De heylighe Drievuldigheyt
(Dat is een Godt en drie persoonen)
Te dienen weest altijdt bereydt:
Op dat hy u hier na magh loonen.
Te dienen, etc.
Den Vader, Soon, en heyl'gen Geest,
Zijn even oudt, wijs ende machtigh:
Niemant en is hier minst of meest:
Dewijl sy een Godt zijn waerachtigh.
Niemand, etc.
Nochtans den Soon is ne'er gedaelt,
En uyt een Maget mensch gebooren:
Hy heeft door 't kruys voor ons betaelt
| |
[pagina 706]
| |
Anders wy waren al verlooren.
Hy heeft, etc.
Ten derden dagh hy van der doodt
Verrees, en bracht de zielkens mede
Wt 's hellen mondt, in Abrams schoot,
En sijn Apostels bracht hy vrede.
Wt, etc.
Ten Hemel is hy we'er gekeerdt:
Hy sit aen 's Vaders rechter-hande:
Al waer hy alle dingh regeert,
En sendt ons gaven hier te lande.
Al waer, etc.
Ten jonghsten dagh hy komen sal
De booden roepen uyt der eerden:
En gheven oordeel over-al,
Nadat ons wercken zijn van weerden.
En gheven, etc.
Gelooft en hoort sijn Kercke dan
Die daer genoemt wort Catholijcke:
Want buyten dese niemandt kan
Verwerven namaels 't Hemelrijcke.
Want, etc.
Want hier alleen die klaer' fonteyn
Van Christus' Bloed en roode wonden,
Door sijne Sacramenten reyn,
Wascht sijn litmaten van haer sonden.
Door, etc.
Der Heylighen ghemeynschap mee
Is hier, als in eens lichaems leden:
Daer d' een d' ander in liefd' en vree
| |
[pagina 707]
| |
Helpt, door verdiensten en ghebeden.
Daer, etc.
In dit gheloof blijft vast gheprent,
En wilt het oock te wercke stellen:
Soo sult ghy moghen na u endt
Ontgaen de sware pijn der hellen.
Soo, etc.
|
|