Het paradijs der geestelijke en kerkelijke lofzangen (onder pseudoniem Salomon Theodotus)
(1638)–Aegidius Haeffacker– AuteursrechtvrijOp de wijse: Het viel eens hemels dauwe, pag. 50. Ofte: als 't hier op noten staet.O Heer wilt ons ontfermen,
O Christus wilt erbermen,
| |
[pagina 354]
| |
Wilt ons genadigh zijn.
O Heer wilt ons ontfermen,
Wilt ons genadigh zijn.
O Godt wilt ons beschermen,
Van die ons schadigh zijn.
O Heer wilt ons ontfermen,
O Christus wilt erbermen,
O Heer wilt ons ontfermen,
O Godt wilt ons beschermen,
Van die ons schadigh zijn.
| |
[pagina 355]
| |
Godt Vader inden throone,
Godts alderliefsten Soone,
Godt heyligh Geest ghepresen,
Persoonen drie een wesen,
MARIA soet van name,
Gods moeder hoogh van fame,
O Maghet, aller Maeghden,
Die moeder Christum draegden.
O Moeder der ghenaede,
Die baerde sonder zaede,
O Moeder altijdt Maghet,
Die sonder vleck kindt draget,
O Moeder sonder smette,
O soetste violette,
O wonderlijcke moeder,
die baert ons Heer ons Voeder.
IESVS is uwen Soone,
O Maghet wijs en schoone,
Groot' eer wy u bewijsen,
O Maeght niet om volprijsen.
O Maget sterck van krachten,
Sachtmoedigh van gedachten,
Getrouw voor uwe knechten,
O spieghel des gherechten,
O wijsheydts throon en saele,
Klaer' morgen-ster van straele,
Vat van den Geest des Heeren,
Vat weerdigh om te eeren.
| |
[pagina 356]
| |
Vat der Godtvruchtigheden,
Roos der verborgentheden,
O stercke Davids tooren,
Ghesticht van reyn yvoore,
O huys van fijnen goude,
Arck des Verbonds by d' oude,
O poort van 's Hemels saele,
Klaer' morgen-ster van straele.
Gheneester onser wonden,
Verschoonster onser sonden,
Vertroosters in 't benouwen,
Der Christenen hulp trouwe.
Der Engh'len Koninghinne,
Der Patriarchen minne,
Belofte der Propheten,
Licht der Apost'len wete,
O kracht der Martelaren,
Belijders exemplare,
Der Maeghden edel kroone,
Princes van 's Hemels troone,
O alderschoonste bloeme,
Des Roosen-kranskens roeme,
Troost aller die u groeten,
Wilt ons ter noodt ontmoeten,
Lam Godts die draeght ons sonden,
Heer weest doch niet verstoort.
Lam Godts die draeght ons sonden,
Heer ons ghebedt verhoort.
| |
[pagina 357]
| |
Lam Godts die draeght ons sonden,
Wilt ons ghenadigh zijn.
Door uw' doodt, kruys en wonden
Weert die ons schadigh zijn.
Door P.M. Heys. |