Haan, tout nu...!
Voor Gypsy Rose Lee heb ik een zwakke stee in een overigens betonnen gemoed. Zij schreef - dat hoop ik tenminste, want in Amerika kan je dergelijke werkzaamheden ook uitbesteden - ze schreef dan The G-String Murders, een heel levendig en met veel ‘lore’ vertelde detectiveroman uit de wereld van de burlesque - de strip-teasers. Voorts vertelt ze in Gypsy. A Memoir (Londen, 1957) van haar leven, voornamelijk van haar jeugd in de voorbije wereld van de ‘vaudeville’, waarin ze onder de energieke leiding van moe met haar zusje al vroeg een ‘nummer’ had. Die moe is wel goed uit de verf gekomen: een niet onvermakelijke havik, een van die Amerikaanse vrouwelijke scherpschutters, die alleen maar dromen van alimentatie, van wie en hoe en voor hoeveel ze iemand kunnen ‘sue’-en en die voorts kwijlen over haar ‘babies’ tot deze de pensioengerechtigde leeftijd reeds lang overschreden hebben of weigeren zich langer te laten exploiteren. Voor een vrouw uit de wereld van de ‘vaudeville’ was moe trouwens merkwaardig ingénue. Als Murphy, het uitgebeende hulpje voor alles, haar snikkend bekent dat ze haar dienstje opzegt omdat ze een ‘lesbian’ is, antwoordt moe: ‘Oh, for goodness’ sake, Murphy. What a big fuss about nothing. You know how I am about things like that. Live and let live is what I always say. You go to your church and I'll go to mine.’ Eerst als het woordenboek geraadpleegd is, wordt het ontslag aanvaard.
Gypsy Rose Lee verdient een goede boterham door haar naakte torso aan belangstellenden te laten zien, een gesloof, dat haar niet alleen die boterham bezorgt, maar voorts: een huis met zesentwintig kamers, een marmeren vloer, een lift en zeven badkamers (alsmede een zoon en een echtscheiding). Op een van de foto's uit haar boek mogen ook wij lezers eens kijken, bijna tenminste, want ze heeft er haar beide bronnen van inkomsten door handoplegging aan al te onbescheiden blikken onttrokken.
Deze klieren hebben uiteraard vele namen. Zo zegt een van Gypsy's collegae, Tessy, terwijl ze verliefd naar haar borsten kijkt:, ‘They're solid gold, these boozooms of mine. Solid gold.’ Tessy heeft een rijk gevoel voor nuances: ‘I like a covered navel,’ Tessie