waarin men de eis ‘minder armoe’ wenste te overstemmen door de kreet ‘meer bidden’ en waarin de arme bij voortduur gewezen werd op ‘het loon der zonde is de dood’. Nu was het loon der deugd ook niet bepaald een lang leven, want in 1865 nog verwierp het Lagerhuis een wet, die beoogde de werktijden in blekerijen te regelen, waar kinderen van zeven en acht jaar van achttien tot twintig uur per dag werkten bij temperaturen van negentig tot honderddertig graden. In tegenstelling tot de lectuur uit het boek van M. Dalziel wierpen vele jonge meisjes zich evenwel niet eervol uit de ramen, maar gingen liever de brede en zo gemakkelijke weg op naar wat minder eer maar beter voedsel, betere kleding en vermaak. Verschillenden stierven daarna niet van de vreselijke wroeging, maar brachten het tot rijkdom, paarden, fraaie koetsjes, waarmee de ‘sylphiden’ in Rotten Row rondreden in concurrentie met de ‘society’, die zich minder exclusief betoonde dan de burgerman.
Meen niet dat The Girl with the Swansdown Seat alleen gevuld is met aanklagende statistieken! Allerminst. Het is een vermakelijk boek over een aantal ‘excentrics’ en hun gedragingen; we krijgen een zijglimpje op Samuel Butler, goed in het boekhouden en blijkbaar een zuinig man, die een maîtresse deelde met een vriend, op Lord Hertford, die rond placht te reizen met een heel gezelschap ‘horizontales’ en die, zeventig jaar oud en gedeeltelijk verlamd, zich door ‘two footmen from his carriage into the brothel’ liet hijsen - en dat mocht iedereen zien!, op de avonturen van Cora Pearl en Laura Bell, gevierde courtisanes, op verzamelaars van pornografie als Richard Moncton Milnes en Henry Spencer Ashbee... een levendig geheel, dat ik schokvrije gemoederen met vreugde aanbeveel. Het delfwerk van Cyril Pearl heeft in ieder geval aangetoond, dat het met die ‘idealization of women’ zo'n honderd jaar geleden ook niet helemaal snor zat. Hij eindigt zijn boek met een citaat van de dichter Wilfrid Scawen Blunt, de vriend van ‘Skuttles’, de ‘girl with the swansdown seat’, wier beschermer de prins van Wales was:... ‘and so, poor wicked nineteenth century: farewell.’