van dit stukje niet, om iemand te kwetsen. Maar hoor nu verder.
Hebt U er wel eens over nagedacht, hoeveel onnodige vloerruimte een kamer eigenlijk wel bevat? Neem bijvoorbeeld Uw studeervertrek. Als men daar pas huist, meent men waarlijk het gehele oppervlak nodig te hebben om zich daar behaaglijk te gevoelen. Van die kinderachtige opvatting geneest men spoedig. Ras ziet men in, dat slechts de lijn benut wordt, die door de twee punten: Uw bureau-stoel en de deur, bepaald is. Welnu, maak daar een gangetje en vul de rest met boeken. Doe ook zo met de overige kamers. Handel insgelijks met de zolder, de kelder en de gangen. Spoedig zult gij bemerken, dat ge niet alleen al Uw boeken kunt bergen, maar dat Uw bewegingen door het huis ook uiterst sober worden en zich tot strikt noodzakelijke bepalen.
Het kan niet uitblijven of onder Uw huisgenoten zullen er zijn, die zich tegen deze opvatting gaan verzetten. Ga niet op hun onnozele bezwaren in. Stel hen eenvoudig voor de vraag: waar wilt ge er dan mee heen? Wacht niet op het antwoord, maar keer U om en laat hen met dit probleem alleen, oog in oog. Dit is geheel voldoende. Van tijd tot tijd echter zal de tegenstand vastere vormen aannemen. Ge zult aan het ontbijt woorden horen als: orde in de rotzooi, het mes er in, en dergelijke. Er zal zelfs een werkster komen. Er zullen twee werksters komen. Verontrust U niet. Dit alles gaat voorbij. Laat hen een week lang worstelen met Uw 25.000 boeken. Er komt een ogenblik, dat zij dit opgeven. De dag breekt aan, dat zij ineen zijgen. Ge hoeft daarbij niets te doen. Uw boeken worstelen voor U.
Somtijds kan het voorkomen, dat de opstand een ernstiger karakter aanneemt. In dat geval kan ik U een raad geven, waarvan de deugdelijkheid mij afdoende gebleken is. Neem ogenblikkelijk zelf de leiding. Animeer de pogingen tot ordening, daar ge zelf de plaatsen kent