Hollandsche ambachten
De Stokers.
I.
Jongens, komt stookt er je vuur nog eens aan,
En houdt je oogen goed wakker,
De trein ratelt haastig langs de baan,
Door steden en over d'akker,
Heisa hop, al brandt je kop,
Toch moet-je wakker zijn,
Toch moet-je wakker zijn,
En turen langs de donk're lijn,
En turen langs de donk're lijn.
Verlang je al naar rust en ben je al moe,
En je werkt nog maar veertien uren,
Al vallen je brandende oogen toe,
Let op je fel-brandende vuren,
Heisa hop, stookt ze eens extra op,
Zoo'n vuurtje doet je goed,
Zoo'n vuurtje doet je goed,
Na werken is het rusten zoet,
Na werken is het rusten zoet.
En ga je straks naar je schamel huis toe,
Om je sober maal te eten,
Dan is je afgetobd hoofd te moe,
Om je eigen onrecht te weten,
Heisa hop, al brandt je kop,
Weest dankbaar dat je eet,
Droog spoorbrood, lui, het zweet,
Maakt lekker vochtig iedren beet,
Maakt lekker vochtig iedren beet.
|
|