Het joodsche lied(1915)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 215] [p. 215] Oorlog in Palestina De veldslag dreunt, wie zijn de strijders? De mannen van des Lands Volk niet, Geen zege voert hen als bevrijders Naar hun gerecht gebied. Waar de verwoede volken kampen Tot in den Dood om sterk bestand, Brengt ieders winst toch nood en rampen Over mijn Stad en Land. Elk volk kiest thans zijn kans en leuze, En zoekt in eendracht waag en winst, Mijn Volk verdeeld heeft kans noch keuze: Wij zijn der velen minst. [pagina 216] [p. 216] Dit is de strijd: om land, om vaart, Om heerschap over den Levant, Oosten en West: doodsnood bezwaart Ons eigenerfde Land. De brand raast over rauwe velden, Wat jaren schiepen heeft vernield Eén dag, één slag, de trotsche helden Des heirs vallen ontzield. Nooit heeft trots en tucht zoo vereenigd Elk volk van hart tot hatend hart, Geen telt verlies, de hartstocht lenigt Ieders verbeten smart. Elk volk vereenigd? Neen: gescheiden Over veel volken kampt er een, Mijn Volk. Geen vreugd, zijn vreugd. Elk lijden Is zijn bitter geween. [pagina 217] [p. 217] Nu strijden Joden tegen Joden Nu breekt elk man zijns makkers macht, Die twintig eeuw voor drijvers vloden Sterken der drijvers kracht. Dit is het wreedste van het zwerven, Dat makker tegen makker staat Elk volk sterft voor zijn eigen erven. Wij sterven zonder baat. Verbeten leed der wreede banschap, Geen hart, waarin die smart niet schrijnt, Als dag aan dag de beste manschap Van 't geliefd volk verdwijnt. In ballingschap wordt nooit verwonnen De wreede overmacht van dit leed, Eén Heil: als elk, strijdbaar, bezonnen, Geen dag zijn Land vergeet. [pagina 218] [p. 218] Als elk hart tot elk hart saamhoorig. Dit heil als eenig heil belijdt, Beleeft schooner, sterker, dan 't vorig Een nieuw Rijk zijnen Tijd. Na twintig eeuwen, twintig jaren, Van vaste trouw, van sterk bestand, Dan schrijden onze kloeke scharen Naar eigen stad en land. De veldslag dreunt: wie zijn de strijders? Des Lands eigen Volk, vreemden niet. De zege voert hen als bevrijders Naar hun gerecht gebied. Vorige Volgende