Het joodsche lied(1915)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 71] [p. 71] Mijn Keuze Gij zegt, mijn Vriend: ‘Nu hebt gij toch bezongen Al uw feesten en Godgewijde Dagen. Begint dan weer opnieuw dat machtloos klagen Tegen uw leven, onkeerbaar voldongen?’ Ik antwoord: ‘Met meer wijding en meer vreugd Dan ik de Vriendschap vier, ben ik geweest Een jaar rondom, Dichter van elk vroom feest En elken droeven denkdag mijner jeugd!’ Gij zegt: ‘Maar is mijn Vriendschap dan niet meer Dan die dagen waard van vasten en feest Om vreugd en leed van 't volk, dat gij verliet?’ Ik antwoord: ‘Neen, wetend, dat ik nooit keer, Weet ik ook, hoe schoon mijn jeugd is geweest, En uw Vriendschap vertroost mijn wroeging niet. Vorige Volgende