Het joodsche lied(1915)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] Het Joodsche Lied Laat mij maar moede zijn en of gehuiver, Van angst en afschuw martelt door mijn hart, Toch vind ik troost in zenuwzieke smart In het Hebreeuwsche lied, wonderzoet-zuiver. Luid-juichend zingt Alkabitz, de Leviet Hoe verheugd hij den Heilgen Sabbath beidt En hoe droef-troostend klaagt de avondzang niet Waarmee de vrome zijn Sabbath uitwijdt. [pagina 6] [p. 6] Ik ben één van hun Volk en hunne zang Zinge mijn lied, want langs 't gejaagde pad Leed één Volk meer dan mijn Volk smaad en pijn? Dus werd dit wat ik boven al verlang, Meer dan de Vriendschap, meer dan aardsche schat: Dichter van mijn verdreven Volk te zijn. Vorige Volgende