Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendI.De volgende week weder verjaardag van de Balfour-declaratie. Vijf jaar. Zal het rustig blijven? De Regeering waakt. De politie-agenten slapen in de politie-kazernes des nachts gekleed. De geweren naast hun steden. Wij zijn veilig en gelukkig. Joodsche Landvoogd. Joodsch-Nationaal-Tehuis. Broeien doet het hier altijd. Alles is mogelijk. Of niets. Dat is hetzelfde. Gaat er weder een kramp door de Mohammedaansche wereld? Van Marokko tot Konstantinopel en de Himalaya. | |
II.Wij worden hier allen, zonder onderscheid van ras of geloof, gevolksteld. En daarna verkiezingen voor het Wetgevend College. De Nationale Arabieren hebben dit nieuwe College geboycot. Zij maken propaganda voor niet-meedoen aan de verkiezingen. Ofschoon hier geen kiesplicht bestaat, en ofschoon dus propaganda voor niet-meedoen geen opruiing is, heeft toch de Regeering een paragraaf gevonden, krachtens welke deze propaganda kan worden gestraft. Ze heeft dit den leiders der Nationale Arabieren medegedeeld. En deze hebben daarop hun propaganda gestaakt. De Arabische leiders hadden ook aangeraden de papieren voor de volkstelling niet in te vullen. Maar de Regeering is ditmaal opgetreden. Verschillende Arabieren zijn gevangen genomen. En te Nabloes, het oude booze Sechem, is het tot ongeregeldheden gekomen. Daarna heeft er overleg plaats gehad tusschen de Regeering en de Arabische leiders. De Arabische leiders hebben hun verzet tegen de volkstelling opgegeven. Maar de Regeering heeft óók iets gedaan. Onder anderen verklaard, dat de volkstelling niet alleen dient tot voorbereiding van de verkiezingen. Vijf Arabische onderwijzers, die uit nationaal gevoel niet bij de volkstelling wilden helpen, zijn ontslagen. Maar misschien zullen ze weder worden teruggenomen. Vele Joden beweren, dat de Regeering veel te gematigd optreedt tegen de Arabieren. Doar Hajom vraagt of hier soms twee Regeeringen zijn. Eén van Sir Nehemia Samuel en één van Moussa Kazem Pasja el Husseini. Wat zal men zeggen? Tegen de chauvinistische Joden treedt de Regeering óók niet op, wanneer zij over de schreef gaan. | |
III.Het extreme chauvinisme beleeft hier gelukkige dagen. Alle aandacht wordt in beslag genomen door de naturalisatie, de volkstelling en de verkiezingen. Niemand vraagt wat al onze colleges, Volksraad en al de Joodsche stadsraden, toch eigenlijk doen voor den opbouw van het Land. Men snijdt chauvinisme van eens anders leer. Het land is overstroomd met hongerende intellectueelen uit Oost-Europa: dokters, advocaten, architecten, dansers, dichters, tooneelspelers, leeraars, schilders, prullen, ingenieurs, agronomen, studenten, enz. Al deze menschen moeten van dag tot dag vechten voor een bitter brok brood. Wat zullen zij anders doen dan in het gevlei komen van de chauvinisten, die vast aangesloten zijn, goed georganiseerd en in het bezit van het geld? Een mooi ding is dit: Hebreeuwsch spreken tegen een Arabischen ambtenaar, die het niet verstaat. En dan een opgewonden stuk in de courant schrijven over de achteruitzetting van het Hebreeuwsch. Een mooie aanbeveling is ook: inzamelen voor het Volkshuis. Met de naturalisatie is het nu zoo goed als gedaan. De meerderheid der Joden is wel Palestinenser geworden. Ze zijn gedwongen. De meeste Engelschen en Amerikanen hebben zich niet laten naturaliseeren. Verscheidene zijn daarbij, die leven van Zionistisch geld en hun hoofd omdraaien, als zij iemand van Agoedath Israël zien. Zij zijn hartelijke chauvinisten. Maar toch ook weer te verstandig om afstand te doen van zóó iets kostbaars als een Engelsch of Amerikaansch staatsburgerschap. | |
IV.En de Volkstelling! De Arabieren stellen eischen. En de Joden stellen eischen. Bijvoorbeeld: men moet op het biljet voor de volkstelling invullen: ‘Moedertaal’. Wat beteekent dit? Wel, de taal, die iemands moeder spreekt. Of die iemand met zijn moeder spreekt. Maar dat willen de Joden niet. Want slechts een klein procent der moeders spreekt Hebreeuwsch. De Joodsche moedertalen zijn: Jiddisch, Spanjoliet en Arabisch, Russisch, Poolsch of Engelsch. Maar daaruit zouden onze vijanden een argument halen tegen erkenning van het Hebreeuwsch als officieele taal. Men heeft zich dus tot de Regeering gewend en die heeft gezegd, dat ‘moedertaal’ niet moedertaal beteekent, maar iets héél anders. De moedertaal van alle Joden is Hebreeuwsch. In orde. Men heeft de groote jongens van de Zionistische scholen gemobiliseerd en uitgezonden om in alle buurten de biljetten te helpen invullen. Een hulp, die gaarne wordt aanvaard door de honderden vrouwen, die niet lezen en schrijven kunnen. Van al die menschen wordt ingevuld dat hun moedertaal Hebreeuwsch is, ofschoon zij geen zin Hebreeuwsch kunnen spreken. Van vele Joden is de moedertaal Arabisch. Maar dat zullen slechts weinigen invullen. Volgens de volkstelling zal dus de moedertaal van de overgroote meerderheid der Joden Hebreeuwsch zijn. In de propaganda zal men het wel doen voorkomen, alsof deze menschen ook werkelijk Hebreeuwsch spreken. Wie hier leeft, weet wel anders. Een gedeelte van de orthodoxie, die tegen het Hebreeuwsch als spreektaal is, heeft ingevuld ‘Jehudieth’, de Joodsche naam voor Jiddisch. Daar echter ‘Jehudieth’ in de Schrift ook voorkomt in den zin van Hebreeuwsch, wil men deze biljetten ook als Hebreeuwsch tellen. Het jammerlijke van dit heele geval is, dat de Zionistische rijpere jeugd er door wordt versterkt in de leer, dat men alles: waarheid, liefde, dankbaarheid, moet opofferen ten bate van een hyper-chauvinistisch nationalisme. | |
V.Bij de Arabieren is het al niet veel anders. Van een werkelijk goede verstandhouding is dan ook geen sprake. Het Arabische blad ‘Lissan el Arab’ is pro-Zionistisch. Ieder denkt daar het zijne van. Invloed heeft het blad hier niet. Maar zijn artikelen worden gebruikt in de buitenlandsche propaganda. Eenige weken geleden hebben de Arabieren tusschen Petah-Tikvah en Jaffa een jongen Joodschen man overvallen en zwaar mishandeld. Hij is daaraan gestorven. Enkele dagen later werd een doode Arabier gevonden, eveneens zwaar mishandeld. ‘Wraak van de Joden’, zeggen de Arabieren. ‘Provocatie van de Arabieren’, zeggen de Joden. Tot dusverre zijn de daders nog niet gevonden. De Arabische en de Joodsche pers beide roept maar altijd om strenge maatregelen. Of 't rustig blijven zal? Kleine onrust is altijd mogelijk. Maar voor groote, bezwarende opstanden heeft de Palestinensische bevolking geen macht genoeg. Ja, als het eens kwam tot een algemeene onrust van Marokko tot Konstantinopel en Indië. En dan nog is de Mohammedaansche wereld niet één. De Sultan, Moestapha Kemal Pasja, het Mekkasche koningshuis, de koning van Nejd. Misschien in het voorjaar. | |
VI.De val van Lloyd George. Bonar Law. En dan daarna? Men telegrapheert ons uit Londen, dat elke nieuwe Engelsche Regeering de Balfour-declaratie handhaven zal. Vijf jaar. Op het einde van de maand wordt dr. Weizmann hier verwacht. En wat doen wij zelven? Ruttenberg. Er schijnen groote motoren te zijn aangekomen voor de electrificatie van Jaffa. Maar dit geeft nog geen werk. De immigratie was in September iets beter. Mannen 191, vrouwen 193, kinderen 328, niet-Joden 24. Toegang geweigerd: 11. Er komen meer gezinnen aan. En minder uitsluitend chaloetsiem (= pionieren). Voor den geest in het land is dat beter. Maar het vinden van werk is met een gezin veel moeilijker. Er wordt nog altijd veel gebouwd. En dat schijnt nog wel jaren te kunnen doorgaan. Maar alle geldmiddelen zijn dan ook daarna vastgelegd. Voor handel en industrie is geen geld. Er is over het algemeen geldgebrek. De uitgaven voor onderwijs zijn duchtig ingekrompen. Ook de medische organisatie ‘Hadassah’ moet zich gaan beperken. De Regeering heeft een gedeelte van haar taak overgenomen. Maar dat verkleint weer den Joodschen invloed. De Jischoeb (= Bevolking) hier is er zóó aan gewend, dat alles van buiten komt, dat zij niet begrijpen kan, dat men hier zelf wat meer medebetalen moet. Maar er blijft hier te veel aan snaar en strijkstok hangen. Ieder arm man wil hier een eigen huis bouwen. De scholen en de dokters moeten door buitenlanders worden betaald. En terecht vraagt de Doar Hajom, waar onze arme Jischoeb toch het geld vandaan haalt voor de bioscopen, de danshuizen, de slechte concerten en de rest. Voor de oude Jischoeb geldt die vraag niet. En plotseling hooren wij, dat de Hebreeuwsche Universiteit zal worden geopend. Natuurlijk het gebouw niet. Daarvan ligt nog altijd slechts de eenzame, eerste steen. Maar men zal de faculteit der letteren, geschiedenis en wijsbegeerte openen in aansluiting aan de microbiologie. De leiding hier is natuurlijk weder bij David Yellin. Het moet maar weer. Voor een Universiteit is men hier nog lang niet rijp. Er is ook geen behoefte aan. Men zal eenvoudig cursussen openen, waarschijnlijk avondcursussen, onder den maan ‘Hebreeuwsche Universiteit’. Men zal stipendia geven, waarbij meer op chauvinisme dan op bekwaamheid zal worden gelet. Zoo zal het met de benoeming van de hoogleeraren ook gaan. Voor die zoogenaamde Hebreeuwsche Universiteit zal men (en dat is het voornaamste) weer gaan bedelen in het buitenland. Het zal aardig zijn, te weten, wat de Jischoeb zelf er aan betalen zal. Men zegt, dat prof. Einstein van den winter op terugreis van Japan college zal geven aan de nieuwe Universiteit. Misschien. Hij zou het niet doen, wanneer hij hier jaren woonde. Er is altijd verschil tusschen ideaal en werkelijkheid. Maar het verschil tusschen Zionisme en Palestina is al te groot. | |
VII.Allerlei. Sir Wyndham Deedes treedt als Civil Secretary af en zal met ingang van April worden vervangen door generaal Clayton. Staking bij de bouwmaatschappij ‘Haboné’ = de Bouwer. Haäretz verhuist naar Tel-Aviv. Les sociétés ont les criminels qu'elles méritent. (Prof. Dr. J. Klausner.) Saul Tsjernitskofsky, de Dichter, op weg naar Palestina. Arabische delegatie naar Konstantinopel en Angora. Klacht van de Mizrachistische werklieden over achterstelling door de Zionistische ambtenaren. Dr. Schönfeld, Mizrachistisch inspecteur van onderwijs, keert niet naar Palestina terug. Dr. Eder zal waarschijnlijk aftreden als lid van de Zionistische Commissie. Havenplannen voor Jaffa. | |
VIII.Rondom. Overal is de onrust nog rustig gebleven. Egypte, Syrië, Mesopotamië. En de Emir Abdoellah van Transjordanië? Hij is in Londen aangekomen. En alles gaat, zooals wij gedacht hadden. Een anti-Zionistisch interview. En daarna een verklaring, dat Hij, de Emir, dat niet zoo gezegd heeft. Integendeel is hij het eens met de Engelsche Palestina-politiek. Wellicht zal de Emir voor deze eensgezindheid worden beloond met meer macht en meer vrijheid, en meer geld in Transjordanië. Lof zij Allah! Wij leven nog. De volgende week verjaardag van de Balfour-declaratie. Het zal rustig zijn. Of onrustig. Of allebei. Of geen van beiden. Dat is hier allemaal hetzelfde. |